.
Open Dag in Utrecht op Zaterdag 4 mei 2024

Kees Voorhoeve is studiecoördinator van de Opleiding Spiritualiteit en Zingeving van de Academie voor Geesteswetenschappen 
en geeft voorlichting over de opleiding. Klik voor meer info

Boeddhisme 'raakt bron van westers denken'

Interview met André van der Braak

Het boeddhisme wekt al twee eeuwen belangstelling in Nederland, en wint nog steeds aan populariteit. André van der Braak, die aan de VU de nieuwe leerstoel boeddhistische filosofie bekleedt, vindt dat heel verklaarbaar.

Aan de muur van zijn huiskamer hangt een portret van de Boeddha naast een madonna met kind. In de boekenkast staat aartsengel Michaël gebroederlijk naast een oosterse godheid met vijf hoofden en heel veel handen. "Dat is Avalokiteshvara", zegt zenleraar André van der Braak (1963). Lichtjes stotterend spelt hij het Indiase woord.

"Avalokiteshvara is de bodhisattva (een verlichtend wezen) van de compassie. De verering van hem ontstond aan het begin van het grote voertuigboeddhisme, rond het begin van onze jaartelling. De mensen vonden het oude boeddhisme te mager geworden. Het moet niet alleen gaan om inzicht, zeiden zij, maar ook om mededogen. Daarom heeft deze bodhisattva duizend handen: hij komt letterlijk handen tekort om mensen te helpen."

Hij glimlacht even. "Mooi hè."

Dat beelden uit het christendom en boeddhisme zo dwars door elkaar in zijn kamer staan, past wel bij Van der Braak. Sinds enkele weken bekleedt hij de nieuwe leerstoel 'boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities' aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. De VU tuigt momenteel ook een bachelor en een master boeddhisme op, die in september van start moeten gaan - een primeur aan de Nederlandse theologische faculteiten. In de toekomst moet daar nog een postdoctorale boeddhistische ambtsopleiding bij komen. Hiermee ontwikkelt de VU zich niet alleen tot een echt centrum voor intereligieuze dialoog, maar sluit ze ook aan op een trend, aldus Van der Braak. Want de populariteit van het boeddhisme in Nederland groeit. "Het aantal mensen dat zich in Nederland met boeddhisme bezighoudt, neemt sterk toe, ook onder jonge mensen."

Niet verwonderlijk, vindt Van der Braak. "In het Westen is sprake van een zingevingcrisis. We kunnen niet meer op de klassieke manier over God praten en moeten nieuwe vormen vinden om aan onze religieuze verlangens tegemoet te komen. Het boeddhisme kan daarbij helpen, omdat het geen transcendente godheid kent. Het kan de leemte vullen die de ontkerkelijking heeft geslagen."

Afkomstig uit een katholiek nest brak Van der Braak op zijn zeventiende met de kerk. Hij voelde zich aangetrokken tot oosterse spiritualiteit en pelgrimeerde enige keren naar India. Daar kwam hij terecht bij een Amerikaanse goeroe, bij wie hij intensief meditatie beoefende. Later verdiepte Van der Braak zich in het zenboeddhisme. "Ik was echt 'n zoeker. Ik wilde verlichting bereiken."

Maar op zijn vijfendertigste belandde hij in een diepe crisis. Hij schreef er het boek 'Enlightenment Blues' over. "Ik was gedesillusioneerd. De verlichting werd zo absoluut gezien. Je moest er alles voor opofferen. Ik keerde terug naar Nederland en wilde me opnieuw oriënteren. Daardoor ontdekte ik dat óók in de westerse traditie veel rijkdom te vinden is." Van der Braak raakte gefascineerd door de christelijke mystici, zoals de woestijnvaders en Meister Eckhart, en ook door Nietzsche, over wie hij een proefschrift schreef.

Tegenwoordig noemt hij zich boeddhist én christen. "Hier in het Westen reageren mensen daar verbaasd op. Maar de katholieke monnik Thomas Merton deed dat ook. In Azië vinden ze die combinatie volstrekt normaal."

U zegt dat boeddhisme steeds populairder wordt in Nederland. Maar gaat het dan wel om het échte boeddhisme, of om een verwaterde vorm?
"Vooral om dat laatste. Het boeddhisme in Nederland is erg aan de westerse levensstijl aangepast. 'Boeddhisme light' noem ik dat: een uitgeklede vorm van boeddhisme die vooral benadrukt dat je nergens in hoeft te geloven en dat je alles moet toetsen aan de eigen ervaring, in het hier en nu. Een mooie, laagdrempelige inleiding in het boeddhisme, maar als je daarbij blijft, mis je veel."

"In het Westen is vaak sprake van 'spiritueel materialisme': je doet het omdat je er zelf beter van wil worden. Logisch ook, je begint er immers aan omdat je denkt dat er wat te halen valt. Je wilt een bijzonder mens worden. Maar er valt helemaal niets te halen, het gaat er juist om jezelf helemaal te geven, net als Avalokiteshvara. Dat is het geheim. Pas als je dat inziet, begin je het boeddhisme te begrijpen. Het boeddhisme vergt een heel andere manier van denken."

Wat houdt die andere manier van denken in?
"Het boeddhisme geeft niet andere antwoorden op dezelfde vragen; het stelt andere vragen. Het vertrekpunt is radicaal anders. Westerse mensen denken in termen van afzonderlijke 'individuen': een harde kern met een grens erom. De Canadese filosoof Charles Taylor noemt dat het 'omheinde zelf'. In het boeddhisme staat juist de onderlinge verbondenheid centraal. Het Chinese boeddhisme ziet de mens bijvoorbeeld als een optelsom van zijn relaties. Met wie je verbonden bent, dat bepaalt je identiteit. Noem het een 'verbonden zelf', of een 'netwerkzelf'.

"Ik denk dat die visie een uitweg kan bieden uit de huidige zingevingcrisis in het Westen, maar dat gaat niet vanzelf. Het vergt een omkering in het denken die veel energie en tijd kost. Met één yocacursusje gaat dat niet. Toch ben ik optimistisch. Mensen praktiseren die nieuwe manier van denken al wel een beetje, op tal van sociale netwerksites. Het moet alleen nog veel meer vorm krijgen."

Wat is het grootste struikelblok voor westerse mensen bij het beoefenen van boeddhisme?
"Als je je echt verdiept in het boeddhisme, stuit je onvermijdelijk ook op de religieuze dimensie ervan. In een zendo buig je je bijvoorbeeld voor een boeddhabeeld. Mensen in het Westen vinden dat vreemd. 'Ik dacht dat er geen rituelen waren in het boeddhisme', zeggen ze dan. Maar die zijn er dus wel. En niet voor niets: ik heb zelf ondervonden dat een ritueel iets met je doet, ergens diep onder je motorkap, daar waar je met je denken niet bij kan. Je kunt het boeddhisme intellectueel wel vatten, maar het vergt jarenlange training om het je ook echt eigen te maken. Het moet indalen tot in je botten. Daar helpen rituelen bij.

"Bij boeddhisme lopen filosofie en religie dwars door elkaar heen. Dat vinden westerse mensen moeilijk te begrijpen. Maar bij boeddhisme gaat het nadenken en filosoferen nooit buiten je persoonlijke betrokkenheid om. Trouwens, dat was voor de oude Grieken niet anders. Bij hen was filosofie ook iets existentieels. Een levenswijze. Met boeddhisme ga je dus ook terug naar de bronnen van het westerse denken."

Ieder zijn Boeddha
Boeddha verscheen in Nederland niet pas in de jaren zestig van de vorige eeuw in het kielzog van de hippiecultuur, zoals vaak wordt gedacht. Nee, Boeddha speelde zich al veel eerder in de kijker. Al in de nadagen van de Franse Revolutie was er een kleine schare Nederlanders heftig geïnteresseerd in deze oosterse levensvisie. Boeddha werd toentertijd, onder invloed van de Romantiek, gezien als een gids naar een levensbeschouwing die ook de vrijdenker tevreden kon stellen.

Dat laten Marcel Poorthuis en Theo Salemink zien in 'Lotus in de lage landen' (2009), hun boek over de geschiedenis van het boeddhisme in Nederland.

Iets later, rond 1900, raakt het oosterse bij de elite écht in de mode. Soms omvat dat ook islam, jodendom en zelfs Jezus - zolang het maar in contrast staat met de westerse cultuur. Men plaatste Jezus schouder aan schouder met Boeddha: geestverwanten, op grote afstand van de dorre dogmatiek van de kerken. Voor academici was Boeddha een wetenschappelijke 'ontdekking', vanuit een verlangen om 'objectieve' kennis te verwerven over onontdekte culturen en religies. Voor christen-anarchisten en religieus-socialisten was Boeddha een bron van wijsheid, die kon bijdragen aan een spirituele herbronning van het westerse socialisme en aan een beter lot voor mens en dier. Veel christelijke theologen bleven evenwel vijandig. Voor hen was Boeddha vooral een heidense dwaalleraar - een duivelse verleider voor de vrome christenziel.

Het boeddhisme als lifestyle is iets van de laatste dertig jaar. Het religieuze karakter speelt steeds minder een rol. Boeddhisme raakt meer en meer verweven met zelfontplooiing, management en succesvol ondernemen.

In de geschiedenis van het boeddhisme in Nederland, zo concluderen Poorthuis en Salemink, gaat het overduidelijk niet om één Boeddha. Het gaat om meerdere Boeddha's, op maat gesneden van de verschillende milieus. "Onderzoek naar de beeldvorming van Boeddha in Nederland onthult dan ook vooral iets over het zelfbeeld van de Nederlanders in tijden van snelle veranderingen."

Zie: Trouw