.
Open Dag in Utrecht op Zaterdag 4 mei 2024

Kees Voorhoeve is studiecoördinator van de Opleiding Spiritualiteit en Zingeving van de Academie voor Geesteswetenschappen 
en geeft voorlichting over de opleiding. Klik voor meer info

Ruimte zijn

~Kees Voorhoeve

[Uit: Fenomenologie en Spiritualiteit]

Naast het doorbreken van het dominante denken, is als tweede stap in de fenomenologie het belangrijk om te proberen werkelijk ruimte te zijn. Zonder deze gastvrije ruimte, blijven we geïdentificeerd met onze beelden, veronderstellingen en oordelen.

De volgende oefening biedt ons de mogelijkheid om op deze ruimte af te temmen:

Ga op enige afstand staan of zitten van een boom (of een ander object). Sluit je ogen en haal een aantal keren dieper adem dan normaal en ervaar jezelf als een RUIMTE, open en doorschijnend. Open je ogen en zie hoe de boom (of het andere object) in je eigen levende ervaring verschijnt. Besef dat de boom zich niet buiten je eigen levende ervaring bevindt. Besef dat de boom zich ook niet als een soort beeld in je hoofd bevindt en dus zich niet in jouw binnenwereld bevindt. Besef dat de boom die je ervaart niet tot de buitenwereld behoort en ook niet tot de binnenwereld, maar de boom is een onthulling binnen de RUIMTE die je bent.


Als we instaat zijn om elke dag deze oefening te doen, zal langzaam aan de ruimte meer en meer verschijnen. Meestal hebben we in het begin veel moeite de ruimte echt te voelen. We creëren steeds een beeld van de ruimte en proberen voor te stellen dat er geen binnen en buiten aanwezig is. Maar dit is nog steeds een vorm van ‘denken over’. Door consequent te blijven oefenen, kan de ruimte opeens doorbreken. Dan voelen we de ruimte-die-we-zijn als een open transparante sfeer. Het is een open ervaring, wijder en omvattender dan ons lichaam en ons ik-besef, waarin we ons opgenomen voelen en verbonden zijn met dat wat verschijnt.

Een interessante oefening om de ruimte te ervaren, is de hoofdloze oefening die ontwikkeld is door Douglas Harding. Hierbij ontstaat na langdurig oefenen hetzelfde effect. Opeens zien we op de plaats waar we weten dat daar ons hoofd zit, een open ruimte. We zien geen ogen, geen oren, geen neus, geen harige bal die we hoofd noemen, maar we ervaren op de plaats van ons hoofd een grenzeloze doorschijnende RUIMTE:

Als je met je vinger ergens in de wereld naar wijst, dan wijs je naar verschijningsvormen. Je bevindt je op een afstand van waar je naar wijst. Het kan een muur zijn, een boom, een mens, de vloer, je been, je buik... Telkens merk je 'iets' dat begrensd is, met kleuren en vormen: je wijst naar een ding. 

Wijs nu met je vinger naar de plaats waar anderen je gezicht zien. Probeer even alles wat je weet te vergeten. Schakel voor een moment het geheugen, het voorstellingsvermog en, de verbeelding uit en kom bij wat nu is: 




Waar wijst je vinger naar? Je hebt je aandacht 180° omgekeerd en kijkt naar jezelf op nul centimeter afstand. Zie je een verschijningsvorm? Wijs je naar een ding? (met vorm, kleur, begrenzing?)

Van binnenuit gezien: waar wijs je naar? Als je naar jezelf wijst, naar de plaats waar anderen je gezicht zien, dan wijs je niet naar 'iets', niet naar 'een ding'. Geen ogen, geen mond, geen wangen, geen gezicht, geen hoofd! Naar binnen kijkend is er heldere, grenzeloze ruimte. Naar buiten kijkend is er de wereld. Je verliest je hoofd en je wint de wereld.


Lees meer