De Ster van de Verlossing

~Kees Voorhoeve

Naar aanleiding van de indringende openingszin van het eerste hoofdstuk van De Ster van de Verlossing van Franz Rosenzweig"Van de dood, van de doodsangst, stamt al het kennen van het Al", volgen een aantal mystieke overpeinzingen.
[Zie Engelse vertaling bij Google Books en Scribd]

"Van de dood, van de doodsangst, stamt al het kennen van het 'Al'. De aardse angst af te werpen, de dood zijn gifangel, de Hades zijn pestadem te ontnemen, dat matigt zich de filosofie aan. Al het sterfelijke leeft in deze angst voor de dood, elke nieuwe geboorte vermeerdert de angst met een nieuwe reden, want zij vermeerdert het sterfelijke. Zonder ophouden baart de schoot van de onvermoeibare aarde iets nieuws en alles is voor de dood bestemd, alles wacht met angst en beven op de dag van zijn tocht naar het donker. Maar de filosofie loochent deze angsten van de aarde. Zij springt over het graf dat zich bij elke stap voor haar voet opent. Zij geeft het lichaam aan de afgrond prijs, maar de vrije ziel fladdert daarover heen. Dat de doodsangst van een dergelijke scheiding in lichaam en ziel niets weet, dat ze 'ik ik ik' brult en van een afbuiging van de angst als zou zij slechts een lichaam betreffen niets wil horen - wat kan dat de filosofie schelen. Al kruipt de mens als een worm in de plooien van de naakte aarde voor de aansuizende schoten van de blind onverbiddelijke dood, al bespeurt hij daar geweldadig onontwijkbaar wat hij anders nooit bespeurt: dat zijn ik slechts een het is, als het sterft; en al schreeuwt hij daarom, met elke schreeuw die nog in zijn keel is, zijn ik uit tegen de onverbiddelijke, van de kant waarvan hem een dergelijke onvoorstelbare vernietiging dreigt - de filosofie glimlacht om al deze nood haar lege glimlach en wijst het schepsel, wiens ledematen beven van de angst om zijn aardse bestaan, met uitgestrekte wijsvinger op een generzijds, waarvan het volstrekt niets wil weten. Want de mens wil allesbehalve aan boeien, welke dan ook, ontkomen; hij wil blijven, hij wil leven."

Wat is de betekenis van de doodsangst voor het kennen van het Al?

[01]

Ik wil leven,
een oerinstinct,
een overlevingskracht.

Iemand zijn.
Unieke geboorte.
Mens worden.
Alles in mij wil het leven bevestigen.
Ik hou van het leven.
Ik wil ermee versmelten, genieten, liefhebben.
Vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.

Een enorme groei impuls.
Duizelingwekkende processen
van hechten, grijpen,
verzamelen, jezelf bevestigen,
op zoek naar erkenning.

Iemand worden
Niet zomaar iemand
Een unieke persoonlijkheid
Met gegeven talenten
In een uniek lijf aanwezig gesteld.
Identificatie als de basis.
Ik moet mij spiegelen aan anderen.
Nadoen, gefascineerd worden, opzien, geraakt zijn.
Waar zijn mijn idolen?
Zo wil ik zijn, op zoek naar zelfverheerlijking.

Als dit nu eens zou stoppen.
Ik word wakker geschud.
Wat een hoogmoed.
Het leven is eindig.

Hoe vreselijk om te verdwijnen.
Hoe heftig om het verzamelde op te geven.
Hoe onmogelijk als een geliefde sterft.
Een bittere schreeuw, ik, ik, ik brult.

Ik voel de doodsangst.

[02]

Overschreeuwen.
De doodsangst niet willen voelen.
Maar het is volop aanwezig.
De veiligheid blijkt tijdelijk te zijn.

Openbreken van de donkere kant.
Een onvoorstelbare negativiteit.
Destructie dringt zich naar voren.

Op het scherpst van de snede.
Chaos, pijn, vernietiging.
Zinloosheid, absurde agressie, lijkenzakken.

En dan … tegen alles in:
Het eeuwige licht.
Het ware, goede en schone.
God als openbaring.

Een waanzinnige paradox.

Is het nu mogelijk de aardse angst af te werpen?
De gifangel van de dood onschadelijk te maken?
Ik ga op zoek naar de waarheid voorbij de dood.

Maar is deze ontkenning wel realistisch?
Kan de mens de doodsangst overstijgen?

Het licht van de verlossing is zichtbaar.
Midden in de angst aanwezig durven zijn.
Leven en dood vormen één geheel.
Geen van beiden kan ontkend worden.
Ze zijn tegelijkertijd aanwezig.

Hoe te leven in de paradox?

Iemand willen zijn.
Vechten tegen de eenzaamheid.
Een ondraaglijk niemandsland.
Jezelf bevestigen.
De dictatuur van Ikken.

Maar mijn ik-bestaan is sterfelijk.
Deze iemand zal ophouden te bestaan.
Mijn lichaam zal ooit opgebaard liggen in zijn doodskist.
Hoe om te gaan met deze doodsangst en het angstzweet?
Er verschijnt een diepe verstilde onbeschrijfelijke paniek.

[03]

Iemand willen zijn.
Of toch maar liever niemand.

Ik wil mijzelf ontkennen.
De doodsangst lijkt ondragelijk.
Zoveel lijden, waarom?
Ik wil wegvluchten.
Het wordt te veel.

Het alternatief van de roes is aantrekkelijk.
Mijn geest opblazen.
Verlamming zoeken.
Geen golvende emoties meer.
Ik wil rust.

Maar op deze wijze is de doodsangst een vlucht voor het leven.
We leven niet echt maar in een vernauwing.
In slaap, doods. Bang om toe te laten.
Afgesloten van het wonder.

Biedt de filosofie een oplossing?
Niet de Cartesiaanse dualiteit.
Niet de Kantiaanse rationaliteit.
Niet de Hegeliaanse dialectiek van de verabsolutering.
Van deze filosofieën blijft niets meer over.
Deze brave systematiek is niet eigenzinnig genoeg.
Het leven laat zich niet systematiseren.
Een filosoof met een hamer is op z’n minst noodzakelijk.
Vastgeroeste structuren dienen doorbroken te worden.

Een filosofie die de dood ontkent,
gaat uit van het niets.
Dat is een heilloze weg.

De Ster van de Verlossing is een nieuwe ontregelende filosofie.
Het afzonderlijke wordt overstegen.
In de vreze des doods aanwezig zijn.
De filosofie van het Al met een nieuwe blik op het niets.
Het niets van de dood is geen absoluut niets,
Niets is iets.

Luister naar de schreeuw.
Geen misleiding meer.
Voorbij de materialistische tendensen.
Voorbij idealistische ego-roerselen.
Het gewone denken bereikt een grens.
Uitgeput geraakt.
Helemaal ontvankelijk.
In de paradox openbaart zich het Al.
Niet-Niets.

[04]

Niet-niets.
Het kennen van het Al.
Relationeel en dialogisch van aard.
Gelijk-oorspronkelijke aanwezigheid.
In het Nu als pure feitelijkheid.

Dit is een ervaring van vòòr het denken.
Een soort niet-denken, of niet-weten.
Maar dit niet-weten is niet alleen gericht op het niets
en de ontkenning van iets.
De beweging gaat juist ook van het niets naar iets.
God ervaren als tegenwoordigheid, aanwezigheid.

Onbeschrijfelijke paradoxale denkbewegingen.
Voltooid worden in een mystiek schouwen van God.
Zichtbaar in het hexagram als ster.
De Ster van de Verlossing,
De twee driehoeken,
Hemel en Aarde,
Ze zijn in elkaar verweven.
In het midden danst de Mens.
Een onverbrekelijke band.
Wederzijde betrokkenheid.

De dood als existentiële grenservaring.
Er ontstaat ruimte.
Voorbij de idolisering en identificatie.
De luchtbel wordt doorgeprikt.
Een wonderbaarlijke ontvouwing.
Een openbaringservaring wordt ons gegeven.
Dit valt niet meer te analyseren.
Er is geen mentale aanvaarding van de dood.
Niet meer afzetten tegen niets of iets.
Als of je dat echt kan bedenken.
Het is deelnemen aan de openbaring,
De feitelijke levende ervaring.

In het centrum van de Davidster,
de ruimte-die-ik-ben,
wordt de waarheid getoond.
De bezieling van Niet-Drie:
God, Mens en Wereld
Eénheid in verscheidenheid.

[05]

"Als je doodgaat voordat je doodgaat, ga je niet dood als je doodgaat".*

De onmogelijke stap van het Grote Loslaten ontvouwt zich.
Loslaten van de macht van ego.
De farao zit op de troon van illusie.
Hij zal niet uit zichzelf buigen.
Het vraagt om een innerlijk stervensproces.
Ik ervaar vele onaangename zuiveringen.

Overgave aan de Heilige is echter de enige oplossing.
Ik geef het uit handen in Uw Handen.
Een speciale wijze van overgave.
Paradoxaal: Volkomen stil, niet meer doen
Tegelijkertijd een intens verlangen,
Een verlangen vanuit liefde voor God.
Een bewust verlangen dwars door alles heen,
Om met God te versmelten.
In een eenheid relationeel verbonden.

De doodsangst blijft aanwezig.
Een grote opstand is het gevolg.
Niet zomaar zachtzinnig en braaf deze nacht instappen.
Voor het moment dat de dood niet meer dood is maar leven, ga ik te keer.
Voor de verlossing is er een heftige strijd.

"Death shall have no dominion.
Dead mean naked they shall be one”

“Do not go gentle into that good night,
Old age should burn and rage at close of day;
Rage, rage against the dying of the light".
~Dylan Thomas

De macht van de egocentrische koning wordt gebroken.
In al mijn vezels verzet ik mij eerst tegen de overgave.
Weerstand en nog eens weerstand.
Een wanhopige schreeuw, vasthoudend aan het leven.
En dan …… geef ik het op.
In de stilte, op niets gericht.
Het licht schijnt in de duisternis.
De duisternis kan het niet grijpen.
Ikken vallen weg.
Volkomen helder aanwezig zijn.
In de levende ervaring van Ik ben.

* Uitspraak van Zenmeester Hui-neng in 'Grote dood, groot ontwaken'.
Ton Lathouwers. Teisho van 22-8-97, gegeven in een zenretraite in Drongen.