EN SOPH. De grenzeloze Bron van het bestaan

© Kees Voorhoeve


Inleiding

In de Kabbalah, de mystieke stroming binnen de Joodse Traditie, vormt het begrip En Soph de Oerbron van het bestaan. En Soph is de sfeer van de Godheid, de Godheid als ‘de verborgen God, ronddwalend in de diepte van zijn eigen wezens’ [1]. Het behelst een onpersoonlijke dimensie van het Heilige, die eigenlijk geen dimensie is. Deze Godheid is onkenbaar. En Soph is afgekeerd van de schepping en verblijft in diepe duisternis. Tegelijkertijd vormt En Soph de bron van het bestaan en is overal aanwezig. Het Heilige is zodoende naar de schepping toegekeerd. Het principe En Soph bestaat in alles wat bestaat. En Soph is de bron van een groot netwerk van verschijnselen waar aarde, lucht, water en vuur, mens en natuur, gedachten en gevoelens, liefde, wijsheid en inspiratie, aanwezig zijn. Het vormt een oneindige Ruimte. Deze Ruimte doordrenkt de gehele schepping en is de Enige en Ene Werkelijkheid.
Hier komt een overweldigende paradox naar voren. Dit is onbegrijpelijk. De naam En Soph betekent letterlijk niet-grens of zonder grens. ‘Zonder grens’ wil zeggen dat En Soph geen eigenschappen bezit en dat het alles overstijgt. De grens van ons bevattingsvermogen wordt hiermee overstegen. Het betreft een groot mysterie. We kunnen deze Oerbron niet in woorden uitdrukken. De naam En Soph verwijst naar een alles doordringende en overstijgende ervaring waar eigenlijk niets over te zeggen valt. Hoe kunnen we toch enigszins dit grote mysterie van En Soph begrijpen?


En Soph

En Soph is de onkenbare Bron. ‘Het’ is ondoorgrondelijk. Er is geen begin en geen eind. En Soph is ongedifferentieerd. Of zoals Daniël Matt weergeeft:

“Alles wat zichtbaar is, alles wat door het verstand begrepen wordt, is begrensd. Alles wat begrensd is, is eindig. Alles wat eindig is, is niet ongedifferentieerd. Aan de andere kant van het spectrum staat het grenzeloze: En Soph, de Oneindige. Het is absoluut ongedifferentieerd, in volmaakte, onveranderlijke eenheid.” [2]

Ongedifferentieerd wil zeggen dat er geen onderscheid aanwezig is. Hoe kan dat? Wij zijn gewend te leven met kaders. Elk moment zie ik onderscheidingen. Bijvoorbeeld in mijn kamer zie ik de tafel, de stoel, boekenkasten, de computer enz. Hoe kan de Bron van het bestaan waar alles om draait zonder onderscheidingen zijn? Er wordt gezegd dat En Soph niets heeft. Het heeft geen doel. Er is geen licht en geen wil, werkelijk niets. Er is geen getal, geen naam, geen woord dat En Soph kan bevatten [3]. Wat betekent dit? Hoe is het mogelijk dat er geen onderscheid, kortom niets aanwezig is? ‘Niets’ betekent dat niets een eigen individuele essentie heeft. ‘Niets’ is de ‘ware aard’ van alles. Elke gedachte, of elk gevoel, maar ook het lichaam en mijn ‘ik besef’ hebben geen zelfstandige onafhankelijke kern.
Alles dat bestaat is leegte, niets, niet iets, of wel volheid. Het Heilige is zo vol of juist zo leeg dat niets te onderscheiden valt. Geen onderscheid betekent volledige eenheid. Het Heilige vormt een eenheid waarin alles aanwezig is en samenhangt. Deze eenheid, leegte of volheid verwijst naar En Soph, maar zijn geen kwaliteiten van En Soph, want het Heilige overstijgt alle kwaliteiten. Als we de woorden eenheid, leegte en volheid gebruiken verwijzen die eigenlijk al naar eigenschappen, net als grenzeloos of ‘zonder grens’. Maar ‘zonder grens’ wil niet zeggen dat En Soph de eigenschap heeft van grenzeloos zijn. Onbegrensdheid geeft juist aan dat En Soph alle eigenschappen overstijgt.

A.E. Waite beschrijft En Soph, het Absolute Beginsel, als volgt:

“In dit Absolute bevindt zich de essentie of potentie van Alles. Het is niet juist te zeggen dat het Oer-Principe, dat boven het objectieve uitstijgt, ‘bestaan’ genoemd kan worden, want ‘bestaan’ is al een conditie van het eindige en het geschapene. Tegelijkertijd is er een subtiel gevoel dat God aanwezig is in de gehele zichtbare werkelijkheid. En Soph is de voorwaarde tot ‘bestaan’. Het is universele simpelheid, eenheid zonder vermenigvuldigheid, boven alle getallen, boven alle wijsheid…” [4]

Het Absolute is de bron van alles wat bestaat, maar kan geen ‘bestaan’ genoemd worden, omdat op deze wijze ‘God’ de gehele wereld of werkelijkheid omsluit. En Soph gaat daar nog aan vooraf en is dus non-existentie. Maar bestaat En Soph dan niet? ‘God’ is toch voelbaar in de schepping en vormt de oorzaak van alles wat bestaat?
Vanwege de onkenbaarheid van En Soph lijkt in eerste instantie En Soph alleen maar vanuit ontkenning benaderd te kunnen worden. En Soph is niets en heeft geen bestaan. Toch past ook deze ontkenning niet bij En Soph. En Soph is ontkenning en bevestiging en tegelijkertijd noch ontkenning, noch bevestiging. En Soph is bestaan én niet-bestaan en het overstijgt bestaan én niet-bestaan. Een overweldigend mysterie. En Soph overstijgt alles. Het is de verborgen Godheid, die zich niet laat aanspreken:

“Vanwege de grote sublimiteit en transcendentie van God, kan geen naam aan ‘Het’ gegeven worden. De naam En Soph geeft alleen maar aan dat God met niets te vergelijken valt. En Soph is niet het object van gebed, omdat En Soph geen relatie heeft met zijn schepping.” [5]

Lees verder in Levende Essentie. Bespiegelingen over de zin van ons bestaan.