De zeven zonden van Europa

~Marco Visser

Het Europese ideaal van de gemeenschapszin sneuvelt nogal eens in de politiek van alledag. Het bracht het Duitse Die Zeit er toe de handelingen van onze Europese politici eens onder de loep te nemen. Het resultaat zijn de 'Zeven zonden van Europa' waarbij elke ondeugd typerend is voor een land.

Zo is gemakzucht een typische Griekse zonde. Populistische politici, betogers en de boulevardbladen wijzen naar Duitsland als oorzaak van alle ellende. Niet de Griekse staatsschuld is het probleem, nee, het zijn de strenge vermaningen van anderen iets aan deze schuld te doen dat Griekenland aan de rand van de afgrond bracht.

"Daarmee houden zij zichzelf en Europa voor de gek. Wat je in Athene van je stuk brengt, is de ongelooflijke neiging van de Grieken om zichzelf overal van vrij te pleiten", schrijft Zeit-journalist Michael Thumann.

Volgens hem vellen Atheense populisten een hard oordeel over Merkel, maar een mild oordeel over de verantwoordelijken in eigen land. "Omdat zij liever tegen een verre boeman tekeer gaan, dan dat zij zichzelf de waarheid zeggen. Deze zwakte, dit onvermogen tot zelfkritiek, is de eigenlijke crisis van Griekenland."

Zwitserland krijgt van Die Zeit de zonde verduistering toegewezen. In het kleine niet EU-land hebben (vooral) Europeanen voor 1560 miljard aan buitenlands spaargeld ondergebracht. Groot-Brittannië, met name de Kanaaleilanden, doet daar met 1400 miljard niet veel voor onder. Ministaatje Luxemburg is goed voor 440 miljard euro.

"Al deze staten verlenen hand- en spandiensten aan belastingontduikers. Zij trekken buitenlands kapitaal aan en leven van de rente", stelt Peer Teuwsen. Deze Duits-Zwitserse journalist hekelt ook de houding van Luxemburg. Pogingen van de Europese Commissie om een einde te maken aan deze belastingontduikingen, worden door Luxemburg afgewezen. "...hetzelfde Luxemburg, dat zo graag de Europese solidariteit predikt."

Die Zeit reserveert schijnheiligheid voor het eigen land. "Kan er een Europa bestaan, waarin één land exporteert en winst boekt, terwijl de andere landen alleen maar consumeren en schulden maken?" vraagt financieel journalist Mark Schieritz zich af. "... als een land voortdurend meer goederen aan het buitenland verkoopt dan dat het daarvandaan betrekt, dan is dat voor alle betrokkenen eigenlijk geen goede zaak."

Het overschot op de Duitse handelsbalans maakt duidelijk dat veel goederen die in Duitsland worden geproduceerd op krediet worden gekocht door Zuid-Europese staten. "Lees: de rijkdom van de Duitsers is gebaseerd op de schulden van anderen. En wie klaagt er het hardst over deze schulden? Precies, Duitsland."

Spanje treft de zonde van gulzigheid. Die geldt met name voor de vissers en boeren. De afgelopen jaren heeft de Spaanse visserijsector een miljard aan Europese subsidie ontvangen. Met dat geld vaart de Spaanse visserijvloot naar de kusten van Mauritanië en Senegal. "Daar blijft voor de lokale vissers weinig te vangen over, terwijl de afgesproken vangstquota's worden overschreden", schrijft Afrika-redacteur Andrea Böhm.

Dan zijn er nog de landbouwmiljarden waarmee goedkope vlees-, melk- en groenteproducten uit Spanje, Italië, Frankrijk en Duitsland op de Afrikaanse markt worden gedumpt. "Dat is goed voor de armen, zeggen de exporteurs. Maar de plaatselijke voedselproductie in landen als Ghana, Kameroen en Ivoorkust stort in. En in geval van een stijging van de agrarische grondstoffenprijzen kunnen deze landen zich de import van melkpoeder, vogelkarkassen of tarwe uit de EU niet meer veroorloven."

De Ieren wordt egocentrisme verweten. Met lage belastingtarieven is Ierland een magneet voor buitenlandse ondernemingen. De meeste lidstaten eisen een belastingafdracht van 30 procent. Ierland neemt genoegen met 12,5 procent. "Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat op een interne markt, waar ieder dezelfde concurrentiemogelijkheden zou moeten hebben, zoiets bestaat?" vraagt Europa-correspondent Jochen Bittner zich af.

"Ierland moet volgens Dublin nu eenmaal een paar natuurlijke nadelen in de concurrentiestrijd compenseren. Zo kun je bijvoorbeeld niet per trein naar het eiland reizen. Nou ja. Sinds wanneer kan dat de IT- en verzekeringsbranche iets schelen?"

Arrogantie is een onvermijdelijke zonde voor de Fransen. Zodra een onderneming bekend maakt banen te moeten schrappen, springt de Franse overheid in de bres voor de werknemers. Let wel: voor de Franse werknemers. Toen autoconcern PSA Peugeot Citroën onlangs bekendmaakte dat het arbeidsplaatsen moet schrappen, beloofde de minister van Industrie meteen dat in Frankrijk alle banen behouden zouden blijven. Ook Renault werd al eens ter verantwoording geroepen toen zij een deel van de productie naar Turkije wilde verplaatsen.

"Het 'verbod' op de uitbesteding van de productie aan opkomende landen is vandaag de dag overigens een belangrijke oorzaak van de problemen van de Franse autofabrikanten", schrijft freelance journaliste Karin Finkenzeller. "Dat is wat er gebeurt als de staat zich als hoeder van de economie opdringt. De productiekosten stijgen, de goederen worden te duur."

Finkenzeller wijst er op dat in 2004 de toenmalige minister Nicolas Sarkozy er persoonlijk voor zorgde dat Siemens geen voet tussen de deur kreeg bij zijn Franse concurrent Alstom. "Diezelfde Sarkozy had in 2004 ook de overname van het Duits-Franse farmacieconcern Aventis door het Franse Sanofi op touw gezet, waardoor het op twee na grootste farmacieconcern ter wereld het licht kon zien. En conform zijn wensen werd de formulering van een 'interne markt met vrije en onvervalste concurrentie' uit het EU-hervormingsverdrag geschrapt. Hoe lang zal de Europese Unie zoveel hoogmoed nog tolereren?"

Hebzucht is een zonde die aan de Britten kleeft. "Hebben de Britten de klap dan niet gehoord?" vraagt Londen-correspondent John F. Jungclaussen retorisch. "Alsof de financiële wereld de afgelopen drie jaar niet ineen is gestort, blijven zij denken het verlies van hun industrie te kunnen goedmaken door te speculeren met buitenlands geld. Het verlies van de ander moet nog steeds hun winst blijven."

Jungclaussen verbaast zich over het ongereguleerde systeem van de Londense city, waar speculanten handelen in derivaten en andere waardepapieren die in 2008 de crisis veroorzaakten. Ondanks dat Europese regeringen de banken te hulp moesten schieten, blijven de Britten zich verzetten tegen het idee een deel van de risico's bij beleggers onder te brengen. "En de door de Duitse regering voorgestelde belasting op financiële transacties, waardoor het 'short sellen' op de valutamarkt aantoonbaar aan banden zou kunnen worden gelegd, werd door de Britse minister van Financiën George Osborne theatraal "een gouden kogel in het hart van de City" genoemd. Wie zo onverbeterlijk tegen de stroom in zwemt, kan misschien maar beter ergens anders gaan baden."

Bron: Trouw