Visioen en Verzet

Over Dorothee Sölle 

Anne-Marie Korte en Karin Leeuwenhoek 

'Mijn belangrijkste interesse is het de mystiek te democratiseren. Daarmee bedoel ik dat de mystieke gevoeligheid, die in ons allen steekt, weer wordt toegelaten, wordt uitgegraven uit het puin van de trivialiteit.'  

Aldus Dorothee Sölle in wat zij beschouwde als haar belangrijkste werk, haar opus magnum: het boek Mystiek en verzet. Sölle baarde opzien door een mystieke geloofshouding met een zeer geëngageerde politieke theologie te combineren. Verschillende generaties christenen – en niet-christenen – kennen haar dan ook van haar publieke optredens, demonstraties tegen kernwapens en andere opmerkelijke initiatieven: oprichtster van het ‘Politiek Avondgebed’, pionier van de politieke theologie en de bevrijdingstheologie, gedreven vredesactiviste, charismatisch spreekster bij acties en politieke manifestaties èn kritisch opponente van kerkleiders en academische theologen.

Brede bekendheid verwierf Sölle met haar toegankelijke en enthousiasmerende boeken over politieke en bevrijdingstheologie en over lijden en mystiek. Zij bracht theologie in gewone mensentaal, combineerde vroomheid met een kritische houding en mystiek met verzet. Geloof ging voor haar samen met het strijden tegen globalisering, uitbuiting en onderdrukking, consumptiezucht en doorgeschoten individualisme. Voor velen die de kerk de rug toekeerden, was het kritische en strijdbare geloof van Dorothee Sölle een openbaring. Ze werd dan ook een van de meest gelezen theologische publicisten van de twintigste eeuw. Bijna vijftig van haar publicaties zijn in het Nederlands vertaald. Nu, bijna acht jaar na haar overlijden, wordt het mogelijk terug te kijken op het leven en werk van deze bijzondere en omstreden theologe en de balans op te maken van haar grote en originele oeuvre. In Duitsland zijn recent enkele biografieën van Sölle verschenen en wordt haar werk in lezingen en boeken besproken en gewogen. In Nederland wordt er nog maar weinig aandacht aan Sölles betekenis en invloed besteed. Het initiatief om hiermee te beginnen is voortgekomen uit het project ‘Lucepedia’ van LUCE-CRC, het Instituut voor Theologische Vorming van de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg. In deze online encyclopedie zal onder meer uitgebreid aandacht worden besteed aan religieuze sleutelfiguren, zoals belangrijke theologen, rabbijnen en mystici van de twintigste eeuw. In dit kader staat ook de belichting van Dorothee Sölle. Over haar schreef ik een hoofdstuk in de bundel Toptheologen die LUCE in 2006 naar aanleiding van een reeks lezingen over toptheologen samenstelde. Voor deze uitgave over Dorothee Sölle is de tekst verder uitgewerkt, met hulp van Karin Leeuwenhoek.

Het doel van deze uitgave is te laten zien waarom we Sölle de ‘mystica en rebel van de twintigste eeuw’ kunnen noemen. Haar theologisch werk, dat zo nauw verbonden is met haar openbare optreden, wordt hier geschetst aan de hand van haar levensgeschiedenis en de belangrijkste thema’s van haar werk. We zullen in dit boekje stap voor stap laten zien hoe Sölle zich aanvankelijk richtte op politieke, feministische en bevrijdingstheologie, en hoe haar speurtochten in de christelijke mystiek het theologisch werk en haar openbare optreden steeds vernieuwden. De verbinding tussen mystiek en engagement is de rode draad in haar leven en werk geworden. Daar ligt, naar mijn mening, ook de grote originaliteit en de blijvende betekenis van Sölles theologisch werk. Voorafgaand aan hoofdstukken over haar leven en werk, worden eerst de uiteenlopende meningen geschetst, die over Sölle bestaan binnen de kerken en in theologische kringen. Hier komen ook de gemengde gevoelens, die veel mensen over Dorothee Sölle koesteren, aan de orde.

Geliefd bij het grote publiek, luis in de pels van de theologie 

Door haar kritische, praktische en vaak ook anti-academische houding is Sölle nooit de lieveling van theologen geweest. Ze wekte met grote regelmaat ergernis in gevestigde theologische kringen. Men beschuldigde haar van een weinig diepgaande en modieuze wijze van theologiebeoefening. Ze was de theologe van het grote publiek, van degenen die zich juist níet beroepsmatig met kerk en theologie, religie en spiritualiteit bezighielden. Verrassend was het daarom dat zij bij de verkiezing van de meest invloedrijke twintigsteeeuwse theologen – door het tijdschrift VolZin in 2004 georganiseerd – in de top zeven terechtkwam. Hoogleraren van zes Nederlandse theologische faculteiten en universiteiten, zowel protestants als rooms-katholiek, verkozen haar op een gedeelde zesde plaats. Ze was bovendien de enige vrouwelijke theoloog in het rijtje.

Toen ik eens enkele collega-theologen vroeg naar hun mening over Dorothee Sölle bleek echter dat niemand van hen zonder mitsen en maren over haar kon spreken. Haar gedreven, profetische optreden werd geroemd, maar de bedenkingen waren niet van de lucht: was zij eigenlijk wel een echte theologe? Ze schreef in ieder geval geen indrukwekkend of diepzinnig theologisch werk, vonden mijn collega’s, en ze hield er geen systematisch uitgewerkte theologie op na. Ze deed vaak veel te radicale en ondoordachte uitspraken, met name als het de verbinding van geloof en politiek betrof. Ze was te kerkkritisch of ze was niet feministisch genoeg. Een mannelijke hoogleraar in de theologie maakte het wel erg bont door te zeggen dat Sölle hem afstootte omdat zij zo’n lelijke vrouw was. Ik vermoed dat de reden van zijn afkeer eerder ligt bij Sölles kritische opstelling en bij haar zelfstandige en publieke optreden als vrouwelijk religieus leider. Dat is iets wat in grote delen van de christelijke kerken nog steeds omstreden is. Het vrouwbeeld van deze protestantse godgeleerde, waaraan Sölle niet beantwoordde, lijkt mij een groter obstakel voor interesse en waardering te zijn dan haar uiterlijk. Karl Barth (1886-1968), die bij de VolZin-enquête met ruime voorsprong op de andere genomineerden verkozen werd tot grootste theoloog van de twintigste eeuw, drukte zijn patriarchale afkeer van Sölle uit door haar met regelmaat neerbuigend ‘Die Dame’ te noemen of, volgens andere bronnen, ‘de klaagvrouw’.

De ambivalentie van veel academische theologen over Sölles theologische betekenis lijkt overigens het grootst te zijn bij protestantse godgeleerden en minder bij katholieke en bij vrouwelijke theologen, zo bleek uit deze enquête. Dit heeft ongetwijfeld te maken met Sölles aandacht voor mystiek en monastieke tradities, haar uitgesproken maatschappelijke betrokkenheid en haar gerichtheid op het geleefde leven in plaats van op doctrines of de zuiverheid van de leer. En daarnaast speelt vast ook haar scherpe kritiek op theologen en kerkelijke leiders, die deze uitgangspunten niet deelden, een rol. Vanuit mijn eigen achtergrond in de katholieke en feministische theologie ben ik geboeid door Sölles grensoverschrijdende werk en door de verbinding die zij heeft gelegd tussen bevrijdingstheologie en mystiek. Ik bewonder Sölles gedreven inzet om de mystieke traditie van de verschillende religieuze stromingen een blijvende en cultuur-kritische plaats te geven in de hedendaagse westerse cultuur. Ook ben ik geïntrigeerd, bijna op de grens van irritatie, door de manier waarop zij zich verhoudt tot de feministische theologie: ze heeft zich hierdoor laten uitdagen maar bewaarde er tevens een uiterst kritische afstand toe. Ze maakte een geheel eigen selectie van de centrale thema’s in het feministisch-theologische discours. Ik kan mij de ambivalente gevoelens over Dorothee Sölle als theologe en persoonlijkheid zeer goed voorstellen; ook ik heb die, zoals in dit boekje nog wat nader toegelicht zal worden.

Uiteenlopende meningen 

De necrologieën die na het overlijden van Dorothee Sölle in 2003 verschenen, maken duidelijk hoe uiteenlopend over haar wordt gedacht. Zo wordt ze ‘de icoon van het linkse christendom’ genoemd en ‘de verguisde heilige van na de oorlog’, maar ook ‘de Luther van de twintigste eeuw’ en een ‘protestantse mystica à la Teresa van Avila’. Haar werk zou erg tijdgebonden en snel achterhaald zijn, wat overigens weer in tegenspraak lijkt met het feit dat veel hedendaagse theologiestudenten haar theologisch werk juist waarderen omdat het zo toegankelijk en concreet is. Diverse theologen, onder wie Harry Kuitert, bewonderden weliswaar Sölles grote betrokkenheid bij de zwakken en armen, haar verontwaardigde protest en strijd tegen onrecht, maar hadden grote moeite met haar geneigdheid al het kwaad in de wereld te reduceren tot louter sociaal en politiek onrecht, en het christelijk geloof tot louter een strijd voor gerechtigheid en vrede. Kuitert vond ‘Sölles remedie niet diep genoeg gaan’ en verweet haar ‘de mensen daardoor uiteindelijk in de kou achter te laten’. Ook Sölles getier op de Verenigde Staten, die zij steevast afschilderde als ‘de grote kapitalistisch-imperialistische satan’, leidde tot vele gekromde tenen. Dat zij daarnaast de neiging had te zwijgen over de misstanden in het communistische Oostblok maakte het er niet beter op. Mijn eigen ambivalente gedachten over Sölle en haar betekenis kregen een nieuwe wending tijdens een groot theologencongres dat ik een half jaar na haar overlijden, in november 2003 in Atlanta (Verenigde Staten) bijwoonde. Er was ‘s avonds een aparte bijeenkomst gewijd aan het herdenken van Sölle, georganiseerd door feministische theologes. Met een dertigtal vakgenoten uit Europa en de VS, onder wie Sölles twee beste vriendinnen, de Nieuwtestamentica Luise Schottroff en de ethica Beverly Wildung Harrison, haalden we herinneringen aan haar op. Het werd een ontroerende en vrolijke bijeenkomst, aangezien alle aanwezigen er zeer gemengde gevoelens over Sölle op na bleken te houden en we elkaar prachtige en vaak geestige verhalen konden vertellen over alle bijzondere en soms schokkende zaken die we met haar beleefd hadden. We herinnerden ons hoe Sölles radicale uitspraken ons soms verbijsterd hadden, zoals haar oproep, in de jaren tachtig, aan vrouwen die getrouwd waren met mannen die in de wapenindustrie werkten, om deze ‘werkers in de industrie van de dood’ te verlaten en samen met hun kinderen bij hen weg te gaan. En we herinnerden ons hoe haar eigen gedrag soms lijnrecht inging tegen de waarden waartoe ze opriep. Want ondanks haar grote aandacht voor het belang van het gewone en dagelijkse leven was Sölle zelf niet goed in staat om haar eigen gezondheid te bewaken en zorgvuldig om te gaan met zaken zoals dieet en medicijnen. Sölles opmerkelijke wereldvreemdheid, zo concludeerden we, maakte deel uit van de intense wijze waarop ze deze wereld toegewijd was.

Lees verder