Meditatie is een act van liefde, van gastvrijheid

Wat zich ook aandient is welkom

~Edel Maex 

Meditatie is een act van liefde, van gastvrijheid. Wat zich ook aandient is welkom. Onze meditatiepraktijk beperkt zich daarbij niet tot met jezelf zitten (liggen, staan, lopen). Er zijn ook wat je zou kunnen noemen relationele vormen van meditatie. In zen introduceerde Hisamatsu de praktijk van mutual inquiry. Ook in mindfulness training wordt de term inquiry gebruikt. Bernie Glassman introduceerde het werken met luisterkringen. Al deze termen verwijzen naar dezelfde act van gastvrijheid maar deze keer in relatie.

Mutual inquiry is van deze drie zeker de meest pure ontmoeting. Bij inquiry in mindfulness training blijft de relatie tussen trainer en deelnemer ten allen tijde asymmetrisch. In een luistercirkel is er degene die spreekt en zij die luisteren maar er is geen directe interactie. Daarom gaan we verder in op wat we onder mutual inquiry kunnen verstaan.

Hisamatsu ging als zenleraar in tegen de autoriteit die in de Japanse zen aan de leraar wordt toegeschreven. Hij wees deze confucianistische hiërarchische relatie af. Hij weigerde zelf ook transmissie te geven. Het idee dat het ontwaken van de student door de leraar bevestigd moet worden, was voor hem radicaal in tegenspraak met dat ontwaken zelf. Overigens, stelt hij, hoe kun je weten hoe de bevestiging die je krijgt authentiek is? Hisamatsu is een rebel binnen zen, die het transmissiesysteem ter discussie durft te stellen.

Daar is veel moed voor nodig. Zowel in Japan als in het Westen, wordt de transmissielijn vaak als sacraal en onaantastbaar ervaren. Maar als je kijkt naar de rol van zen in Japan in de Tweede Wereldoorlog of naar de grote lijst van schandalen in de prille westerse zen dan roept dat toch een aantal kritische vragen op.

Consequent hiermee verving Hisamatsu het gesprek tussen leerling en leraar door onderlinge gesprekken tussen beoefenaar en beoefenaar. Hij noemde het ‘mutual inquiry’ of ‘mutually going into the matter of the self’. Met zelf bedoelt hij hier onze oorspronkelijke ontwaakte staat. Hisamatsu situeert zich met huid en haar in het perfecte pad.

Is het dan niet de blinde die de blinde leidt? Wel integendeel: onze geest is van nature open. ‘Het is onze authentieke staat!’ schrijft Hisamatsu, ‘Degenen die op deze wijze elkaar de hand reiken zijn echt niet langer de onwetenden. Ze zijn waarachtige menselijke wezens.’ Mutual inquiry speelt zich af tussen waarachtige menselijke wezens. Om het met de taal van de Lotus Sutra te zeggen: van Boeddha tot Boeddha.

Dat is het belangrijke punt bij mutual inquiry. Je hebt met een Boeddha te maken. Als iemand bij jou komt die in de problemen zit, ga je proberen te helpen, oordelen, je mening geven, raad geven, steun bieden… Niets van dat alles bij een Boeddha. De ander is al een waarachtig, perfect menselijk wezen. Iemand kwam bij mij, in tranen. Met het gevoel van ondanks mindfulness en zen weer helemaal mislukt te zijn. Maar voor mij was er geen mislukking. Ik zag enkel een perfecte mens, in angst en verdriet.

Wat is een perfecte mens? Een perfecte mens is iemand die soms blij is en soms verdrietig, die het soms allemaal voor elkaar heeft en die soms helemaal de mist ingaat, die soms goed slaapt en soms de hele nacht wakker ligt. En die mens is helemaal welkom, en het verdriet is mee welkom. Zo begrijp ik Hisamatsu’s ‘waarachtige menselijke wezens’.

In de mahayana sutra’s wordt van iedere Boeddha gezegd dat hij zijn eigen ‘boeddhaveld’ heeft. Deze boeddhavelden worden levendig beschreven. De grond is er bedekt met goud en zilver. De bomen en planten zijn versierd met kostbare gesteenten. Er dwarrelen voortdurend geurige bloemen neer … Deze scènes zijn ook weelderig afgebeeld in vele muurschilderingen in grotten en kloosters.

Allemaal heel esoterisch dus. Maar het is belangrijk om kunst als kunst te herkennen en metafoor als metafoor. Het is niet meer of minder esoterisch dan wanneer er van Steve Jobs gezegd werd dat hij een ‘reality distortion field’ om zich had, telkens wanneer hij een nieuw Apple product voorstelde.

Een boeddhaveld is dan wel geen ‘reality distortion field’ maar een ‘reality welcome field’. Dat is wat we doen in meditatie. We creëren een veld van welkom voor wat zich ook aandient. We doen exact hetzelfde in mutual inquiry, een veld van welkom, van milde open aandacht waar ook de ander welkom is.

Daarom ook is er in al die oude teksten sprake van kostbare materialen, van goud, zilver, edelstenen … Materialen van grote waarde. Maar het is ons welkom dat waardeert wat zich aandient. Het is onze aandacht die waarde toekent. Mutual inquiry is een ontmoeting van Boeddha tot Boeddha in een gemeenschappelijk veld van milde open aandacht, een gemeenschappelijk boeddhaveld.

Mutual inquiry is iets anders dan een ‘normale’ conversatie. Daar kan het bij voorbeeld zo lopen: ‘Met wat hij toen zei, heeft hij mij zo diep gekwetst’. ‘Ja maar, je moet hem toch ook begrijpen.’ Of: ‘Ach, hij is het niet waard. Laat hem toch los’. In mutual inquiry is er simpelweg ruimte voor het diep gekwetst zijn. Zonder oordeel, zonder goede raad, enkel ruimte.

Natuurlijk komen al die reacties in ons op en is de verleiding groot om ons in die reacties te laten meeslepen (to react). Het is ook niet de bedoeling al die reacties te onderdrukken. Ook deze reacties hebben hun plaats in die weidse open ruimte van het boeddha-veld. Door ze een plaats te geven, ze te onderkennen, te waarderen, houden we onze vrijheid om te antwoorden (to respond).
Het kan zijn dat je spontaan bewondering ervaart, of afkeer. Misschien vind je dat de ander de bal helemaal misslaat. Misschien vind je jezelf maar een miskleun tegenover de grote wijsheid van de ander. Al die gevoelens en reacties krijgen hun plek. Op geen enkele van die gevoelens en reacties hoef je in te gaan, zeker niet automatisch. Misschien kun je sommige ervan delen, maar dan enkel vanuit je eigen perspectief. Het is iets wat bij jou opkomt, niet meer, niet minder.

In de Vimalakirti Sutra wordt een boeddhaveld beschreven dat Heerlijke Geuren heet. Het is één van die favoriete scènes die vaak afgebeeld zijn. Zoals de naam zegt heeft alles in dit veld een heerlijke geur. De Boeddha in deze wereld onderricht de Dharma door middel van verschillende geuren. De bewoners van dit land zijn heel verrast dat de Boeddha van onze wereld leert over lijden en het opheffen van lijden. Lijden? Nooit van gehoord. Dat belet hen niet om naar deze wereld te komen en er alles over te willen leren. Zelfs de stank schrikt hen niet af.

De metaforen van de mahayana sutra’s zijn vaak hilarisch. Er zijn verschillende theorieën over hoe en waarom deze teksten tot stand gekomen zijn. Ik stel mij de mannen en vrouwen die de mahayana sutra’s geschreven hebben voor als een bende verlichte lolbroeken. die het niet konden laten te rebelleren tegen alle heilige huisjes. Maar deze hilarische metaforen bevatten steeds lagen en lagen aan betekenis. Bij nader inzien zijn ze een niet aflatend pleidooi voor openheid.
Een van de betekenissen hier is dat de wereld er vanuit verschillende perspectieven heel anders kan uitzien, onbegrijpelijk anders zelfs. Zo ook in mutual inquiry. De ander is ten allen tijde ander. Dat respecteren we. Vervolgens proberen we te begrijpen hoe de wereld er voor de ander uitziet, en met de ander te delen hoe onze wereld er uit ziet. Zelfs al zouden we in dat proberen te begrijpen niet verder komen dan de vaststelling van onbegrijpelijkheid.

De grootste moeilijkheid bij mutual inquiry is dat mensen heel snel de neiging hebben hun ervaring op elkaar af te stemmen. ‘Heb jij dat ook?’ ‘Ja nu je het zegt.’ Voor we het weten voelen we hetzelfde, denken we hetzelfde, vinden we dezelfde dingen leuk, stoten we dezelfde mensen uit … Blijkbaar is dat een belangrijke functie van communicatie. Het voelt heel comfortabel als we dat doen. Maar op deze manier ontstaat ook veel onheil, als we ons aan elkaar gaan aanpassen nog voor we goed naar elkaar en naar onszelf geluisterd hebben. In mutual inquiry behoudt eenieder in ieder ogenblik het onvervreemdbare recht steeds de ander te blijven.

Hisamatsu noemt mutual inquiry ook ‘mutually going into the matter of the self’. Het is geen filosofische discussie over zelf en ware zelf. Laat ons die discussie tussen pot en pint voeren. Kan ook leuk zijn. Mutual inquiry is geen praten over, maar een belichamen van die openheid die we eerder de default setting van onze geest noemden. Het is onze natuurlijke ontwaakte staat. Daarom zijn luisterkringen, inquiry en mutual inquiry geen hulpmiddelen tot, maar het ding zelf, datgene waar de hele praktijk over gaat: openheid, openheid van geest en openheid van hart.

Bron