De vijf grootste denkers volgens Marli Huijer, de nieuwe Denker des Vaderlands
Filosofie uit de ivoren toren halen, dat is het doel van Marli Huijer. De nieuwe Denker des Vaderlands wil wijsgerige teksten en ideeën voor een breed publiek toegankelijk maken. Wij vroegen Huijer naar de vijf denkers die haar eigen denken hebben beïnvloed.
Door Jaap Tielbeke / De Groene Amsterdammer
Sinds afgelopen vrijdag mag Marli Huijer officieel de titel ‘Denker des Vaderlands’ voeren. Aan haar de komende twee jaar de taak om filosofie voor een breed publiek toegankelijk te maken. ‘Ik wil laten zien dat denken het leven kan verrijken’, zegt Huijer. ‘Denken is niet tastbaar, maar het is voor de mens ongelooflijk belangrijk voor de inrichting van ons persoonlijke leven en de samenleving.’ De inhuldiging viel samen met de aftrap van de maand van de filosofie. Haar agenda is de komende weken dan ook volgeboekt met lezingen en media-optredens. ‘Ik wil ook mensen bereiken die niet zo snel in aanraking zouden komen met filosofie.
'Haar voorganger, de onlangs overleden René Gude, verscheen regelmatig op televisie om het Nederlandse publiek kennis te laten maken met zijn twee speerpunten als filosoof: meedenken en humeurmanagement. Door zijn fatale ziekte kwam het zwaartepunt vooral op dat laatste te liggen. Huijer: ‘Ik vind het mooi hoe René heeft laten zien dat het sterven nu vaak langer duurt en hoe we daarmee om kunnen gaan. Het vergt een intiem vocabulaire om het sterfproces en alle emoties en inzichten die daarbij komen kijken te omschrijven. Daar heeft hij het Nederlandse volk echt van doordrongen.’ Zelf wil Huijer verder bouwen op wat Gude ‘meedenken’ noemde: ‘Net als René wil ik het denken uit de ivoren toren halen. Ik noem het “tussendenken”. Hoe kun je denken in een wereld waarin allerlei mensen en dingen aan je verschijnen? Ik richt me op datgene wat er tussen mensen is: alle tijdsordeningen, ruimtelijke ordeningen of gedragsordeningen.’
‘Er is een enorme schatkist aan literatuur, waarin prachtige gedachten zijn verwoord. Dat zijn een soort parels.’ Huijer wil mensen aansporen om zelf filosofische teksten ter hand te nemen. Ze vindt het jammer als mensen zich laten afschrikken door de vermeende moeilijkheidsgraad van wijsgerige literatuur: ‘Kijk, als je zonder filosofische achtergrond Kant gaat lezen moet je niet beginnen met de Kritiek van de zuivere rede. Maar een artikel als “Wat is Verlichting?” is prima te lezen en enorm interessant. Het is belangrijk om je te verdiepen in die lange reeks van prachtige gedachten. Het helpt om je eigen denken aan te scherpen.’
1. Friedrich Nietzsche (1844 – 1900)
‘Nietzsche zet echt alles op z’n kop. Dat heb je nodig om de vanzelfsprekendheden in het denken te doorbreken. Sinds Descartes en Kant denken we uitgebreid na over het “ik”: het idee dat de mens een eigen positie inneemt en tussen de woorden en de dingen staat. Dat “ik” wordt door Nietzsche volkomen versplinterd. Hij laat zien dat het bestaat uit een veelheid van krachten die op ons inwerken, in ons werken, en om ons heen werken. Daarbij is telkens één kracht dominant, die op dat moment bepalend is voor hoe wij zijn.
Nietzsche heeft ook laten zien dat we als mens eerst handelen en vervolgens pas nadenken. Voor ons ligt het voor de hand om te denken dat we eerst heel hard gaan nadenken en dan tot een keuze komen op basis waarvan we handelen. Nietzsche draait het om. Hij zegt: dat is een illusie, een fictie. Eerst handelen we en pas daarna bedenken we wat we gekozen hebben.
Dit idee heeft mijn denken enorm beïnvloed. Vooral omdat we in een cultuur leven waarin het idee heerst dat je moet kiezen voor je toekomst, carrière, levensloop, opleiding en dat dit allemaal bewuste keuzes zijn. Maar dat is feitelijk niet zo: al die keuzes zijn voorgestructureerd door het netwerk en de cultuur waarin je opgroeit en de opties die je krijgt aangereikt. Nietzsche nodigt uit om je omgeving, gewoontes en vanzelfsprekendheden te onderzoeken en te kijken hoe je daar uit kunt breken. Nietzsche heeft expliciet gezegd dat je oneigentijds moet zijn. Je moet niet meebewegen met je eigen tijd, maar proberen tegen de tijd in te denken. Zodra je dat doet opent zich een veelheid van perspectieven.’
Lees verder : over Michel Foucault, Hannah Arendt, Norbert Elias en Martha Nussbaum