~Llewellyn Vaughan-Lee
Het pad van liefde leeft en het leidt ons op de Thuisreis van de ziel. Het is een reis van liefde naar liefde, onze eigen innerlijke reis het onbekende in, naar de diepere oevers van het hart. Mystici zijn minnaars die naar Huis gaan, die de passie en het commitment leven die nodig zijn om zich over te geven om meegenomen te worden, om leeg te worden van zichzelf en gevuld te worden met de Geliefde. Er kan weinig verteld worden over de meest innerlijke mysteriën, over de manier waarop onze eigen ziel zich voor God opent. En deze reis is voor ieder van ons onze unieke pelgrimage van het hart, omdat we uniek zijn. Wij zijn een unieke schepping van de Grote Kunstenaar en ieder van ons doet de eigen offerande in het vuur van de liefde. Maar er zijn fasen op deze reis, poorten waar iedere pelgrim doorheen moet, landschappen van de ziel waar we allemaal doorheen moeten trekken.
Voor vele reizigers begint het pad met verlangen. Een groot Soefi zei: “Soefisme bestond in het begin uit hoofdpijn. Pas later werd het iets om over te praten.” Het verlangen van de ziel naar God bestaat uit een heel sterk lijden, een grote oerpijn. Zoals de liefde de essentie van het pad is zo is ook het verlangen de bemiddelaar van transformatie. Met een blik in ons hart, met een slok van de wijn opent Hij onze behoefte aan Hem, het heimwee van de ziel. En we worden meegevoerd de arena in van het verlangen van het hart naar God.
Vele zoekers ervaren dit verlangen als een gevoel van ontevredenheid, wat de heilige Augustinus “de goddelijke ontevredenheid” noemt. Zonder dat we weten waarom lijkt niets in het leven ons te vervullen. Het leven voldoet niet langer. Mijn leraar was gelukkig getrouwd en zij herinnerde zich dat zij, voordat haar echtgenoot wakker was, een kop koffie dronk en uit het keukenraam naar de bomen keek en de vogels hoorde zingen. Zij dacht bij zichzelf: “ik heb alles wat ik wil en toch is het niet genoeg. Waarom?” Op dat moment deed ze het af met de verklaring dat het haar Russische temperament was (ze stamde af van de Kozakken.) Jaren later drong de ware betekenis van dit gevoel tot haar door, dat het een voorproefje was van het pad, van de intensiteit van het verlangen van de ziel naar wat Echt is.
We komen allemaal van God, maar wanneer we in deze wereld geboren worden vergeten we dat. We vergeten waar we vandaan gekomen zijn en dat we kinderen van het licht zijn, we kleden ons in de kleren van deze wereld en laten de “stralenkrans” van ons ware Thuis achter. De Soefi’s noemen dit de “reis van God vandaan,” een reis van vergetelheid waarin we het Paradijs achter ons laten. En het resultaat is dat deze wereld nooit je thuis is. Er bestaat vaak een gevoel van er niet helemaal thuishoren, er niet in passen. Mystici zijn vreemden in deze wereld, omdat ze zich hun echte Thuis herinneren.