Bewustzijn is als de ruimte, waarin geen plaats is voor verwarring of negativiteit; de zon beweegt er doorheen en schijnt in elke richting. Als de zon opkomt en de hele aarde verlicht, wint de ruimte niet aan helderheid; en als de zon ondergaat, verduistert dat de ruimte niet. De verschijnselen van licht en donker wisselen elkaar af, maar de aard der ruimte blijft ongewijzigd. Zo is het ook met de Geest van de Boeddha en van levende wezens.
Wanneer je denkt dat de Boeddha een pure, heldere of Verlichte verschijningsvorm vertegenwoordigt of dat levende wezens een aangetaste, duistere of vergankelijke verschijningsvorm vertegenwoordigen, dan zullen deze ideeën die voortkomen uit gebondenheid aan vorm jou afhouden van het hoogste inzicht - en zo zullen er evenveel eeuwen verstrijken als er zandkorrels zijn langs de Ganges.
Er is slechts Eén Bewustzijn, en verder is er niet het geringste waar je vat op kunt krijgen; dit Bewustzijn is de Boeddha. Als jullie, leerlingen van de Weg, geen oog krijgen voor het wezen van jullie Geest, zul je de Geest inkapselen met verstandelijk denken; dan zul je de Boeddha buiten jezelf zoeken en gebonden blijven aan vormen, devote praktijken, enzovoort, en dat is alleen maar nadelig en niet bepaald de weg naar het hoogste inzicht.
Respekt betuigen aan alle Boeddha's van het universum is niet hetzelfde als respekt betuigen aan een volgeling van de Weg die het verstandelijk denken heeft opgelost. Waarom? Omdat zo iemand op geen enkele wijze meer oordelen vormt.
Het wezen van het Absolute is innerlijk als hout of steen:
onbeweeglijk; en uiterlijk als de ruimte: zonder grenzen of obstakels. Het is subjectief noch objectief, heeft geen bepaalde plaats, is vormloos, en kan niet verdwijnen. Degenen die zich erheen haasten, durven het niet te betreden, uit angst naar beneden te storten in de lege ruimte zonder enige steun of mogelijkheid om hun val te breken. Dus deinzen ze terug als ze de rand zien. Dit geldt voor al diegenen die door middel van verstandelijk bewustzijn dat doel nastreven. Daarom zijn degenen die het doel nastreven via verstandelijk bewustzijn als de vacht (velen), terwijl degenen die een intuïtief bewustzijn van de Weg verwerven als de hoorns (weinigen) zijn.
~Huang Po