Het Zijn van de Tijd / Kees Voorhoeve over De Geheime Leer

Klik op de Afbeelding
"De tijd was niet want hij lag in slaap in de oneindige schoot van de duur," staat in het tweede vers van stanza I. 

Waarop wijst dit voorstadium van tijdsbewustzijn? Wat is het verschil tussen de Tijd en de Duur? En wat heeft deze kosmische evolutie te maken met onze menselijke ervaring? 

Marleen Schefferlie in gesprek met docent Geesteswetenschappen Kees Voorhoeve.



MADAME BLAVATSKY OVER DE STUDIE VAN THEOSOFIE 

Door Robert Bowen 

HPB was vorige week bijzonder interessant met betrekking tot het onderwerp van De Geheime Leer. Ik kan maar beter proberen het allemaal te ordenen en het veilig en wel op papier te zetten, nu het nog vers in mijn geheugen zit. Zelf zei zij dat dit over dertig of veertig jaar nog wel eens voor iemand van nut kan zijn. 

Allereerst: De Geheime Leer is slechts een heel klein fragment van de esoterische leer die bekend is aan de hogere leden van de occulte broederschappen. Deze bevat, zo zegt zij, juist zoveel als door de wereld in deze komende (twintigste) eeuw kan worden begrepen. Dit deed een vraag rijzen die zij als volgt beantwoordde:

'De wereld' betekent: de mens die leeft in zijn persoonlijke aard. Deze 'wereld' zal in de twee delen van De Geheime Leer alles vinden wat zij in haar uiterste bevattingsvermogen kan vatten, maar niet meer. Maar dit wil niet zeggen dat de leerling die niet in 'de wereld' leeft, niet méér in het boek kan vinden dan de 'wereld' erin vindt. Elke vorm, hoe ruw ook, bevat in zich verborgen het beeld van zijn 'schepper'. Op dezelfde wijze bevat ook het werk van een schrijver, hoe duister ook, het verborgen beeld van de kennis van de schrijver. 

Uit deze woorden maak ik op dat De Geheime Leer alles moet bevatten wat HPB zelf weet en nog veel meer, in aanmerking genomen dat veel ervan afkomstig is van mensen wier kennis onmetelijk veel groter is dan de hare. Bovendien laat zij ondubbelzinnig doorschemeren dat een ander er kennis in kan vinden die zijzelf niet bezit. 

Het is een stimulerende gedachte te bedenken dat het mogelijk is dat ik in HPB's woorden kennis kan vinden waarvan zijzelf zich niet bewust is. Zij stond lang stil bij dit idee. Iemand zei naderhand: 'HPB moet haar greep op de zaak aan het verliezen zijn', daarmee bedoelde hij naar ik meen, het vertrouwen in haar eigen kennis. Maar twee anderen en ook ikzelf begrijpen haar bedoeling beter, denk ik. Zonder twijfel vertelt zij ons dat wij ons niet aan haar moeten vastklampen als de uiteindelijke autoriteit, noch aan iemand anders, maar ons verlaten op onze eigen ruimer wordende inzichten.