De bezieling als doel / Kees Voorhoeve over de psychologie van Maurice Nicoll

Is de innerlijke mens belangrijker dan uiterlijk succes? Hoe kunnen we onze negatieve emoties transformeren? En kan zelfobservatie ons werkelijk helpen ontwaken? 

Marleen Schefferlie en docent Geestes-wetenschappen Kees Voorhoeve over Maurice Nicolls commentaar op het werk van Gurdjieff en Ouspensky.


Doelgerichtheid

~Maurice Nicoll

We zijn allemaal in staat om te begrijpen wat in het leven doelgerichtheid betekent. Zij geeft ons een richting. Zonder doel zijn we doelloos - we gaan dan nergens heen. Zelfs indien we in ons leven geen duidelijk doel hebben, dan willen we misschien gewoon zolang mogelijk leven, ons geld bewaren of ons gemakkelijke leven in stand houden, enz. 

Dit is een soort doel, maar wel een erg armzalige. We gaan nergens naar toe als we ons eenvoudig vastklampen aan wat wij bezitten. Maar indien we een bepaalde baan willen hebben of een examen wensen te halen is er wel sprake van een duidelijk doel. Dan ontdekken we dat we iets moeten opofferen om het te verwezenlijken. We moeten alle nutteloze activiteiten nalaten en ons concentreren op alles wat er toe bijdraagt dat we ons doel bereiken. 

Het doel in het Werk heeft een aantal overeenkomsten met een doel in het leven. Maar in vele andere opzichten zijn er grote verschillen. We kunnen ze maar tot op zekere hoogte met elkaar vergelijken.

Eigenlijk is een doel in het Werk niet het zelfde als in het leven, want dat doel ligt in een volledig andere richting dan in het leven het geval is.... De meest algemene definitie die we van de betekenis van het doel in het Werk kunnen geven is: luisteren naar wat het Werk leert en doen wat het zegt. 

Het doel in het Werk is altijd met “zelf-herinnering” verbonden omdat wij alleen in die toestand hulp kunnen ontvangen die ons in onze normale bewustzijnstoestanden niet kan bereiken.... In het Werk dat erop gericht is om te leren aanwezig te zijn is het eerste doel: zelfkennis - kennis van ons eigen zijnsniveau. Dit geldt voor iedereen. Zonder zelfkennis kunnen we voor onszelf geen doel formuleren. 

We kunnen alleen maar tot echte zelfkennis komen (in plaats van fantasieën en illusies die we over onszelf hebben) door middel van een directe en voortdurende persoonlijke waarneming van onze verschillende kanten. Daarom begint dit Werk met zelf-observatie. We moeten zien hoe we handelen, hoe we spreken, welke dingen er in ons zijn, in dit ding dat we “ons zelf” noemen en dat we vanzelfsprekend vinden.... 

Alle dingen die we volgens het Werk niet moeten doen en de paar dingen die we volgens het Werk wél moeten doen, zijn verbonden met het idee dat de innerlijke mens uit zijn/haar slaap kan ontwaken en ontvankelijk kan worden voor [hemelse] invloeden. Dat is het grote doel van het Werk. Dit mogen we nimmer vergeten, want ons persoonlijke doel moet met dit hoofddoel in harmonie zijn....