De 3e fase van de mystieke weg staat in de context van overgave. Dit betekent een ontlediging van vastgeroeste structuren. In de 2e fase gaat het om wakker worden voor de Ziel en leren loslaten van de zuigkracht van de persoonlijkheid. De 3e fase is een intensivering van het zuiveringsproces waarbij al het overbodige van de persoonlijkheid weggelaten wordt. We geven onze zelfgenoegzaamheid op en accepteren de hulp van de Heilige.
Deze 3e fase is een dramatische fase, het vraagt van ons gehoorzaam te zijn, te luisteren vanuit het hart. We dienen ons werkelijk over te geven aan de Ene en Eeuwige. Maar hoe moeilijk is het om tot overgave te komen. Willen we wel echt onze ik-gerichte beleving opgeven in dienst van het Goddelijke? Ondanks deze weerstand, groeit het besef dat de uiterlijke mens zich op een doodlopende weg bevindt. Je kan jezelf alleen nog maar opofferen. We dienen nu de juiste keuze te maken, we kiezen fundamenteel voor de mystieke weg. Eigenlijk kiezen we niet zelf meer. Ik kies niet maar Gij kiest voor mij.
Zelfobservatie vormt de belangrijkste meditatie-oefening. Dat wil zeggen: waakzaam-zijn en eerlijk kijken hoe je leeft. Elke avond terugkijken in hoeverre we geleefd hebben in overeenstemming met de Goddelijke Inspiratie. Ook al loopt de meditatie steeds vast omdat we toch de neiging hebben het zelf te willen doen, we bemerken dat we niets kunnen. We zweven voortdurend tussen berouw en wanhoop. Berouw en wanhoop over het feit dat we toch weer de baas willen zijn, dat we toch weer meegesleurd worden, dat we toch weer in allerlei valkuilen stappen. Berouw werkt helend, als we maar niet oordelen. We tonen berouw zonder te oordelen en zonder toe-eigenen. We kijken met compassie naar de donkere kanten en valkuilen. Door berouw te tonen komt er plaats voor vergeving. Vergeving betekent troost en troost helpt mij los te laten.