Hoe komt het dat de persoonlijkheidsstructuur zo sterk aan het leven gehecht is geraakt? Almaas geeft een indrukwekkende verklaring waarom de persoonlijkheid zich zo krachtig wil bevestigen en in een vastgeroeste eenzijdige vorm blijft ronddwalen. Almaas gebruikt hiervoor de theorie van de gaten. De persoonlijkheid is afhankelijk van de kracht en inspiratie van de Essentie zoals bijvoorbeeld bij de vorming van liefde, eigenwaarde, acceptatie enz. Doordat de Essentie verborgen is, kunnen deze aspecten zich niet volledig uitdrukken en ontstaan er gaten in de persoonlijkheid. Almaas omschrijft dit als volgt:
"Zoals mensen onder normale omstandigheden zijn, zitten ze vol met gaten. Wat is nu een gat? Een gat verwijst naar ieder deel van jou dat verloren is gegaan, wat wil zeggen elke deel van jou waarvan het bewustzijn kwijt is. Wat overblijft is een gat, in zekere zin een gebrek. En datgene waarvan we het bewustzijn kwijt zijn is natuurlijk onze Essentie. Als we ons niet bewust zijn van onze Essentie, houdt die op zich te manifesteren en is ze zoek. Vervolgens voelen we een gebrek. Dus een gat is niets anders dan de afwezigheid van een bepaald deel van onze Essentie. Het kan verlies van liefde zijn, het verlies van eigenwaarde, het verlies van de capaciteit voor contact, verlies van wilskracht, verlies van helderheid, verlies van vreugde, van een of meer van die hoedanigheden van Essentie". (Innerlijke Diamant, deel 1)
Deze gaten voelen vervelend aan en kunnen soms zeer pijnlijk zijn. Tegelijkertijd ontstaat de behoefte deze gaten op te vullen, maar hoe? Inherent aan het bestaan is een diep verlangen heel te worden en te zoeken naar de Bron. Ook in de ontwikkeling en vorming van de persoonlijkheid blijft dit fundamentele verlangen aanwezig. De persoonlijkheid is immers een veruitwendiging van de Essentie en geen afzonderlijk principe ook al wordt het vaak wel zo beleefd. Het verlangen naar heelheid zou in principe beantwoord kunnen worden in de 'tweede fase', de spirituele scholingsweg, waarbij stap voor stap de Essentie wordt toegelaten en waar uiteindelijk een ervaring van innerlijke vrijheid en werkelijke heelheid kan optreden. Als we zodoende in contact zijn met de Essentie zijn we 'in de wereld en niet ervan'. Dit wil zeggen dat we op een directe wijze in contact staan met de dagelijkse werkelijkheid en ons er tegelijkertijd niet door laten meesleuren, een soort betrokkenheid vanuit een onbevangen houding. Maar de persoonlijkheid weet niet precies waarop het verlangen gericht moet worden. Door de eeuwen heen hebben vele religieuze en contemplatieve tradities verhalen verteld met als doel de mens aan te sporen deze 'tweede fase' te volgen en werd er uitgelegd wat het belang was van wakker worden voor de Essentie. Aangezien deze verhalen momenteel veel minder worden verteld, weet de moderne mens niet meer op welke wijze het diepe verlangen werkelijk bevredigd kan worden.
Doordat de persoonlijkheid de gaten in eerste instantie niet opvult door middel van de kracht van Essentie komen er identificatiemechanisme naar voren die de persoonlijkheid nog meer doen vastroesten. Het eerste mechanisme betreft Ego-identificatie. De persoonlijkheid of ego richt alle aandacht op zichzelf met de behoefte de egostructuur nog meer te bevestigen en zodoende de gaten tijdelijk op te vullen. Het masker wordt hierdoor helemaal uitgekristalliseerd waardoor de autonome persoonlijkheidsstructuur het centrum of de grondtoon van het leven wordt. Het masker is geen instrument meer waar achter de Essentie schuil gaat, maar wij zijn het masker geworden en hebben de Essentie naar de achtergrond gebracht. De ego-identificatie bevredigt uiteindelijk niet. Het fundamentele verlangen blijft onbeantwoord. Het is een tijdelijke bevrediging waarbij onherroepelijk onrust, ontevredenheid en frustratie naar voren komen als verschillende gaten weer zichtbaar worden.
Lees meer
Uit: De Innerlijke diamant
Naar aanleiding van de spirituele visie van A.H. Almaas
© Kees Voorhoeve