Bevrijd je Demomen

Bevrijd je demonen

Eeuwen oude wijsheid over het oplossen 
van innerlijke conflicten

Tsultrim Allione


Angst, jaloezie, verslaving en perfectionisme, ieder mens vecht tegen zijn eigen demonen. Maar heeft dit bestrijden wel zin als deze schaduwkanten een deel van jezelf zijn? Als vechten een vorm van vasthouden is, hoe laat je je demonen dan echt los? Bevrijd je demonen vertaalt deze eeuwenoude Tibetaanse wijsheid naar positieve handgrepen voor het moderne leven.



Met haar opmerkelijke heldere en efficiënte vijfstappenplan verschaft Allione een positieve en bevrijdende methode om direct mee aan de slag te gaan en eindelijk tot rust te komen.

Dit boek bevat een modernisering van een eeuwenoude Tibetaans-boeddhistische stroming (ch'od) om je te bevrijden van je innerlijke demonen zoals angst, jaloezie en verslaving. Het is de enige methode die ooit door een vrouwelijke boeddhiste is gesticht (Machig Labdrön, 1055-1145).

Daar de oorspronkelijke methode voor westerlingen te gecompliceerd en exotisch is, heeft de deskundige Amerikaanse auteur ( al veertig jaar boeddhiste) er een moderne versie in vijf stappen van gemaakt: vind de demon (welke, waar zit hij in het lichaam), personifieer hem en vraag wat hij nodig heeft, word de demon, voed hem met wat hij nodig heeft, en rust in aanwezigheid. Het grote verschil met westerse psychotherapeutische methoden zit 'm vooral in het oplossen van het lichaam, het voeden van de innerlijke vijand (in plaats van hem te bestrijden) en het niet-dualistische meditatieve bewustzijn van de laatste stap (oplossen fixaties). Het boek is door het verweven van persoonlijke verhalen van de schrijfster en haar leerlingen en de toegankelijke stijl geschikt voor de in boeddhisme geïnteresseerde lezer. [J. Hodenius / NBD Biblion recensie] Bruna

Book review / Book Excerpt / Amazon

Video BOS / Website: Tara Mandala 

Gesprek met Tsiltrim Allione / Boeddhistsiche Omroep

Vraag: U heeft de vorige keer [in de uitzending van 28.11.09] gesproken over uw sterke relatie met Machig Lapdrön [Tibetaanse vrouwelijke leraar uit de 11e eeuw]. Ik meen, dat zij degene was, die oorspronkelijk de beoefening van Chöd. Klopt dat?

LT: Ja, dat is waar. Zij was degene, die zei: 'Ik heb dit onderricht uit Tibet', terwijl de meeste lessen uit India afkomstig waren. De schriftgeleerden in India, die hoorden, dat zij een boeddhistisch onderricht uit Tibet had, zeiden dat dat niet mogelijk was. Daarom gingen ze naar haar toe om haar uit te dagen; uiteindelijk waren ze zeer onder de indruk en nodigden ze haar uit om naar India te komen, maar zij zei: 'Niet in dit leven'. Dus wijdde zij zich geheel aan Tibet. Wat de Tibetaanse elementen zijn aan dit onderricht is mogelijk het gebruik van de drum, een sjamanistische, vrij grote trommel, die alleen voor de Chöd-beoefening - en nergens anders voor - gebruikt wordt. Andere sjamanistische elementen zijn ook het beleven van je eigen dood en het offeren van je lichaam aan alle Boeddha's en bodhisattva's, vervolgens aan alle ziektedragende wezens, schuldeisende wezens, en wezens die voor obstakels zorgen; tenslotte offer je jezelf aan alle bewuste wezens. Dus er wordt gewerkt met de gedachte - kenbaar gemaakt in Boeddha's leven en zelfs in zijn eerdere levens - dat je compassie tot het uiterste doorvoert, zodanig, dat je je eigen lichaam offert. Machig [Lapdrön] heeft deze beoefening verder uitgewerkt en dus kun je hem dus tot haar herleiden. Er zitten wel elementen uit India in, maar zij werkte de beoefening verder uit en noemde hem 'Mahamudra Chöd'. Dus Chöd komt inderdaad van haar.

Vraag: U heeft deze beoefening vervolgens getransformeerd tot een heel praktische techniek voor westerlingen.

LT: Het gebeurde eigenlijk vanzelf; het was niet de opzet, maar in mijn onderricht van de traditionele Chöd-beoefening groeide het verder, want ik realiseerde me, dat de demonen, die we voeden tijdens de Chöd-beoefening geen boeddhistische concepten zijn, maar werkelijke problemen in ons bestaan. Daarom ontwikkelde ik deze techniek, waarbij mensen een persoonlijke demon voeden, of het nu een verslaving is, een angst, een ziekte of een voortdurend probleem zoals depressie of angststoornissen.

In deze beoefening, die bestaat uit vijf stappen, begin je met dat probleem in je lichaam te lokaliseren. Neem bijvoorbeeld depressie; je voelt dan waar je dat het sterkst vasthoudt in je lichaam, je ervaart de kleur ervan, de temperatuur, de tekstuur, enz. in je lichaam. Vervolgens breng je dat buiten je lichaam en maakt er een wezen of persoon van. Daarna verruil je van plaats met dat wezen, je wordt dat wezen en vertelt aan je gewone zelf wat je als voedsel nodig hebt om tot volledige vervulling te komen. Dan los je je lichaam op, zodat het die substantie kan worden, en je offert dat aan je depressie-demon, totdat deze volledig vervuld is. Daarna transformeert hij/zij in een bondgenoot.

Dit is afgeleid van een oud verhaal over Machig's leven, waarbij een demoon uit de Naga-wereld (de wereld van het water) haar aanvalt. Zij offert haar lichaam als voedsel, en dan verandert de demon, die haar had aangevallen, in haar bondgenoot. Meestal denken we, dat we eerst een bondgenoot moeten vinden om de demon te kunnen verslaan, maar hierbij wordt de demon zelf de bondgenoot. De energie, die vastzit in onze depressie, of in onze verslaving, woede, of wat ook, al die energie komt beschikbaar in een nieuwe vorm, via de bondgenoot. Je kunt zelfs nog verder gaan en werken met de bondgenoot en de relatie, die je daarmee hebt.

Ik heb ontdekt, dat het mensen enorm behulpzaam kan zijn; er zijn verschillende mensen genezen met behulp van deze beoefening. Dat waren mensen met ziektes zoals eetproblematiek; ook mensen met angststoornissen en depressie hebben grote verbetering in hun toestand ervaren, dus het is gebleken, dat het een zeer praktische beoefening is voor westerlingen. Het heeft veel westerse elementen, en vertoont overeenkomsten met technieken uit de psychotherapie - waarbij je werkt met subpersoonlijkheden en het personifieren van bepaalde klachten - maar dit gaat verder, omdat je je lichaam oplost in een nectar en de demon ermee voedt tot deze volledig vervuld is.

Er zijn verschillen tussen deze techniek en psychotherapie, maar ook veel overeenkomsten. Eén verschil is, dat je deze beoefening begint met de motivatie voor het welzijn van alle wezens, wat niet gebeurt in de psychotherapie en dat geldt ook voor het proces, waarbij je je lichaam oplost in nectar en de demon ermee voedt. De vijfde stap - aan het eind van de vijf stappen - is het rusten in non-dualiteit, een meditatieve ervaring van rusten in de grond van het bestaan. Ook dat is natuurlijk niet onderdeel van psycho-therapeutische technieken, maar de beoefening heeft wel dat manifesteren van een wezen in zich, die individuele kwaliteit, die je ook in de psythotherapie terugvindt.

In de boeddhistische Chöd-beoefening is die [manifestatie] echter veel algemener, of demonen worden op een specifieke manier gevisualiseerd; het is niet zo persoonlijk en individueel als in dit systeem [het demonen-werk].

Vraag: Hoe zit het, als je moeite hebt met visualiseren?

LT: Nou, meestal zeg ik tegen mensen die moeite hebben met visualiseren, om er niet naar te kijken als visualisatie, maar het te zien als imaginatie. Iedereen kan zich dingen voorstellen; als ik zeg: stel je een appel voor, dan zie je die appel. Ik denk, dat mensen zich soms laten intimideren door het woord 'visualisatie'. Vaak zeggen ze ook tegen me: 'Het lijkt wel, alsof ik dit allemaal aan het verzinnen ben'. En natuurlijk verzin je het; je gebruikt je fantasie om een wezen te creëren, waarmee je in gesprek kunt gaan. Eigenlijk is het een soort sub-persoonlijkheid, of een deeltje van je psyche, waarmee je een dialoog kunt voeren. Meestal zijn al die deeltjes met elkaar vermengd, zodat het lastig is om er eentje te isoleren, zoals bijvoorbeeld vliegangst; die zit gewoon ergens van binnen, en je kunt daar niet mee praten.

Vraag: Ik vond het leuk, wat u in de workshop zei. U zei: 'Natuurlijk verzin je het. Maar je verzint alles; het hele leven is verzonnen!'

LT: Ja. We zijn wat we denken. Er is geen objektieve werkelijkheid; vanuit boeddhistisch perspektief is er geen objektieve werkelijkheid - dit is allemaal een illusoire manifestatie van ons eigen bewustzijn. Als menselijke wezens hebben we bepaalde ervaringen; een hond leeft wel in onze wereld, maar ervaart niet dezelfde wereld als wij. En zelfs wij, als levende wezens, hebben allemaal een verschillende ervaring van dezelfde wereld; zelfs mensen uit dezelfde cultuur, in dezelfde kamer ervaren niet hetzelfde.

Vraag: U zei, dat deze techniek ook toegepast kan worden bij ziektes; ik vroeg me af, of dat ook geldt voor mensen met psychoses of schizofrenie?

LT: Jazeker. Ik kreeg een brief van iemand, die ermee werkte in een psychiatrische kliniek, waar ze veel werkten met mensen met Multiple Persoonlijkheids Stoornis (MPS). Ze lieten dan alle persoonlijkheden spreken en voedden ze daarna tot volle tevredenheid. Hij nam kontakt met me op, omdat hij het zo ongelooflijk effektief vond.

Ik denk, dat er nog veel onderzoek gedaan moet worden op dit gebied; het zou mooi zijn als mensen met schizofrenie en meerdere persoonlijkheden zouden kunnen worden bestudeerd. Er wordt al met veel succes gewerkt met mensen met depressie en angststoornissen en er zijn ook wel wetenschappers geinteresseerd om onderzoek te doen.
Vraag: Een van uw andere aktiviteiten is het maken van kruiden/bloemen-extracten.

LT: Ja, dat ontstond tijdens mijn retraite in 2001. Ik begon nogal ziek aan de retraite; ik heb altijd longproblemen gehad en ik had al wat ervaring met kruiden, maar ik had nog nooit gewerkt met de kruiden bij Tara Mandala. Ik begon aan de retraite in maart, en toen het voorjaar werd en de planten begonnen uit te lopen in april, begonnen de planten als het ware tegen me te spreken. Ik wist dat sommige planten geneeskrachtig waren en dat ze goed voor me waren. Ik had wat boeken, waarin ik m'n voorgevoel kon controleren en dus kon ik mijn eigen geneeskrachtige thee maken, waarmee ik mezelf genas van dat long-probleem. Daarna begon ik tincturen in alcohol te maken met de kruiden. Mensen uit de omgeving begonnen me te vragen om iets voor ze te maken en dus begon ik verschillende mengsels te maken.

Een van de meest indrukwekkende was die tegen kanker, die ik samenstelde voor een man van in de zeventig, die blaaskanker had en te horen had gekregen, dat hij chemotherapie en bestraling zou moeten ondergaan, anders zou hij doodgaan. Hij wilde die behandeling niet, want hij had altijd erg op zichzelf geleefd, was een soort kluizenaar in Colorado en hij wilde zichzelf daar niet aan blootstellen. Dus vroeg hij om een mengsel, dat ik voor hem maakte; ik gaf hem instrukties hoeveel te nemen, enz. Vier maanden later kwam ik hem en zijn dochter tegen op onze weg; zijn dochter spong uit de auto, kwam naar me toe en omhelsde me. Ze zei: 'We komen net uit het ziekenhuis, en hij is vrij van kanker!' Ja. Dus maakte ik daarna dit mengsel, dat Contra-Can heet, en we hebben er ongelooflijke resultaten mee gehad, bij allerlei soorten kanker, ook bij mensen, die wel chemotherapie krijgen. Meestal willen ze [de artsen] liever niet dat mensen iets gebruiken tijdens de chemo, omdat ze het lichaam bijna tot de dood toe afbreken om de kanker te bestrijden. Dus mensen nemen het middel na de chemo of vóór de behandeling. Onlangs belde een vrouw me op, die borstkanker had, en zij nam de Contra-Can voorafgaand aan de bestraling en behandeling met chemo, en toen ze in het ziekenhuis kwam zeiden ze tegen haar: 'We kunnen helemaal niets meer vinden', dus voerden ze het behandelplan niet uit.

Vraag: En dit zijn algemene planten, die iedereen kan nemen?

LT: We hebben 21 verschillende formules, die iedereen kan nemen.

Ze zijn niet bijzonder esoterisch of zo, het zijn vrij gewone kruiden, die al door de Indianen in ons gebied tegen kanker gebruikt werden. Ik kende die toepassing dus al. Als ik een nieuwe formule maak, dan mediteer ik erop en ik werk met de pendel om de hoeveelheden te bepalen.

Vraag: Ik begreep, dat mensen bij Tara Mandala een opleiding kunnen krijgen om als therapeut te kunnen werken met de Demonen-techniek. Kunnen ze ook opgeleid worden tot kruidengenezer?

LT: We geven nog geen opleidingen voor de kruiden. Mensen komen wel om mee te lopen met degene, die dat werk tegenwoordig doet en om samen met haar de kruiden te zoeken in de natuur en de formules te maken.

Voor wat betreft het werken met demonen is er een training voor therapeuten, die al therapie geven. Ze kunnen dit toevoegen aan hun technieken. We geven geen opleiding tot therapeut, we hebben daar de middelen niet voor; mensen moeten dat dus al zijn.

We trainen ook niet-therapeuten om het werken met demonen te faciliteren; ze kunnen daarvoor een certificaat halen. Dit geldt dan voor mensen, die werken als coach, als healer of als hulpverlener en dergelijke. Zij kunnen een gecertificeerd facilitator worden.

Bron