Aan het werk met 'ikken' / Kees Voorhoeve over de psychologie van Maurice Nicoll

Klik op de Afbeelding
Zijn wij al onze gedachten, gevoelens en ervaringen? Wie zijn al die 'ikken' die in ons leven, en hoe beroven zij ons van energie? 

Docent Geesteswetenschappen Kees Voorhoeve over Maurice Nicolls commentaar op het werk van Gurdjieff en Ouspensky.

Interview Marleen Schefferlie 



Aan het Werk met Ikken 

Door Maurice Nicoll 

Zolang wij alles wat wij observeren als een deel van onszelf beschouwen, kunnen we onszelf er niet van scheiden. Dit is te vergelijken met de situatie dat we op een plank staan die we proberen op te tillen. We beschouwen dat wat we observeren als een deel van onszelf doordat we ons er mee vereenzelvigen, met als gevolg dat we het dan nimmer kunnen veranderen. 

Waarom is het zo moeilijk om te veranderen? Omdat we alles wat in ons gebeurt als onszelf beschouwen, als "ik". Dit is onze grootste illusie en zij ontkracht elke dag opnieuw de invloed die het Werk op ons uitoefent. En net als al die andere machtige illusies waar wij onder gebukt gaan, is het haar doel om te voorkomen dat we wakker worden. 

Wat vertelt het Werk dat ons tracht wakker te schudden, ons steeds maar weer over ons zijnsniveau? Het vertelt ons dat dit niveau gekenmerkt wordt door een gebrek aan eenheid, door menigvuldigheid, door vele "ikken", in plaats van een grote en onvergankelijke "ik" wiens blik het veld van ons hele leven omvat. Het is nu zo langzamerhand tijd dat we een aantal van deze "ikken" hebben leren kennen en dat we weten welke we wel, en welke we niet kunnen vertrouwen. 

Het is zeer gemakkelijk om tussen de rovers terecht te komen die ons niet alleen bestelen, maar ons ook nog kwaad berokkenen en ons halfdood langs de weg achterlaten, zoals de man "die van Jeruzalem naar Jericho afdaalde en in de handen van rovers viel, die hem niet alleen uitschudden, maar ook slagen gaven en weggingen, terwijl zij hem halfdood lieten liggen" [Lucas 10: 30]. 

Ieder van ons heeft "ikken" die ons naar beneden willen trekken. Hier doen we een opmerkelijke ontdekking: we hebben "ikken" in ons die, als we hen volgen, ons naar beneden trekken ten aanzien van esoterische ideeën en die tegen alle nieuwe inzichten vechten en ons in dit opzicht wensen te doden. En toch doen wij alsof er niets aan de hand is! Dit is nu precies wat illusie betekent. Hieruit blijkt dat we nog niet begonnen zijn onszelf in het licht van de esoterische leer te observeren. 

In onszelf dient de strijd tussen Ja en Nee te beginnen met betrekking tot deze esoterische ideeën. Dit impliceert dat ieder van ons "ikken" heeft die het Werk zullen tegenhouden, die zich tegen iedere vorm van esoterische ideeën teweerstellen. Daarom moeten wij de loop van onze gedachten gaan observeren. Indien wij geen Werkrelatie met onszelf hebben, zullen we al onze gedachten en elke associatie als een "ik" beschouwen en er "Ja" tegen zeggen. 

Hoe kunnen we dan aan onszelf werken? Zijn wij zo dom dat we al onze gedachten vertrouwen? 2 Zijn wij niet in staat te zien waar ons Werk ligt ten aanzien van ons gedachtenleven? Denken wij nu echt dat wijzelf al onze gedachten denken? Beschouwen we nog steeds elke persoonlijke, psychische gebeurtenis (d.w.z. iedere stemming, elke gedachte) als een deel van onszelf, als een "ik", en geven we hen onze toestemming en onze handtekening? 

Zolang dit het geval is weten we nog niet wat het betekent om aan onszelf te werken. We beschouwen onszelf dan nog steeds als een ondeelbare persoon en we trachten dit Werk te doen, zonder ooit echt te beginnen. 

Waarom zouden we altijd met al onze gedachten meegaan? Waarom zouden wij hen geloven terwijl ze uit negatieve "ikken" voortkomen? Waarom zouden we op zo'n intense manier negatieve gedachtengang na gedachtengang volgen alsof ze allemaal een deel van onszelf zijn, alsof zij allemaal hun bron in onze "ik" vinden, terwijl we alleen maar een klein beetje wakker behoeven te worden om te beseffen dat het niet nodig is om hen als een deel van onszelf te beschouwen en dat het daarom ook niet nodig is om met hen mee te gaan? 

We moeten leren passief te worden ten aanzien van onze gedachten, want alleen dan kunnen we bijvoorbeeld plotseling uit een serie negatieve gedachten ontwaken en beseffen we dat we ons niet door hen behoeven te laten beïnvloeden. Weten we dit echt? Zolang we van onze negatieve toestanden genieten, zullen we dit nimmer echt weten. 

Uit: Psychological Commentaries on the teaching of Gurdjieff and Ouspensky / Volume 1 --- Maurice Nicoll / Boulder & London: Shambhala 1984