Verlossing

Vanuit de basishouding van ‘aandacht en aanwezig zijn’ kunnen we stap voor stap de meditatie verruimen. We openen onze aandacht en bemerken meer en meer dat ons lichaam als een ruimte verschijnt. We ervaren een open doorschijnende ruimte, niet meer vastzittend in een gefragmenteerd beeld van onszelf en ons lichaam. We zijn open en ontvankelijk naar het Goddelijke en de wereld en tegelijkertijd aanwezig in de kracht van de ruimte-die-we-zijn. Als we onze aandacht zo ruim maken blijkt vervolgens dat deze ruimte een middelpunt heeft, het mystieke hart, het centrum van ons wezen. Het mystieke hart vormt de innerlijke woonplaats van de Ziel. Door steeds vanuit het mystieke hart aandachtig te zijn, kunnen we werkelijk de Ziel tot ontplooiing brengen en ons meer en meer laten inspireren door de Goddelijke Tegenwoordigheid, de eeuwige Bron van liefde, wijsheid en inspiratie. Vanuit het mystieke hart kunnen we ervaren hoe de verticale as, de middenkolom verschijnt: werkelijk een levende verbinding tussen hemel en aarde, werkelijk in evenwicht en niet meer aangetast door de zwarte slang.

Als we zo aangeraakt zijn kan de meditatie zich meer en meer verdiepen. Er ontstaat een proces van contemplatie. We stemmen ons dieper en dieper af op de Bron, nergens meer op gericht, gericht op ‘niets’. Door gericht te zijn op ‘niets’ is er sprake van loslaten. Loslaten van gedachten en gevoelens. Helemaal leeg zijn, vol van overgave, stilte en inkeer. Het Goddelijke Licht begint meer en meer te schijnen, maar in plaats van dat het Licht ons in het midden aanwezig stelt, is er eerst pijn, frustratie en lijden. Het Licht is overweldigend en zuivert onze vastgeroeste structuren.

Onze ervaring is nog steeds gefragmenteerd en vervormd. Ook al hebben we door ‘aandacht’ en ‘aanwezig zijn’ ons meer geopend en onze persoonlijkheid doorschijnender gemaakt, we leven nog steeds vanuit een egocentrische houding. De zwarte slang blijft zijn zuigkracht uitoefenen. Onze manier van identificeren met de veelheid van de dingen is diepgeworteld. Het Licht spoelt deze houding van toe-eigenen, vastgrijpen en vasthouden schoon. Als we doorzetten en de pijn van het zuiveringsproces toelaten, iedere keer weer opnieuw tot inkeer komen en de diepe levende Stilte werkelijk ervaren, ontvouwt zich een wonderbaarlijk proces. De Goddelijke Bron werkt in ons en er ontstaat een resonantie in de Stilte. Er ontstaan nieuwe gedachten en gevoelens, ontvangen vanuit de creatieve diepte van de Bron. Het Goddelijke spreekt door de mens, een openbaring van grondstructuren, het Licht stroomt door onze Levensboom. We kunnen het mysterieuze Licht werkelijk ontvangen en weer doorgeven.

Bij de verlossing gaat het om een moment van transformatie, waarbij door helemaal op te gaan in niets, er een nieuw leven op een dieper niveau van ‘zijn’ gevormd wordt. Er vindt een omkering plaats, de Ziel vormt de grondtoon in ons leven. De zwarte slang wordt omgevormd en werkt nu in harmonie samen met de witte slang. Deze omkering betekent een vergoddelijking waarbij de nieuwe mens de sporen van de Bron in zijn of haar hart bij zich draagt en werkelijk in evenwicht is.

~Kees Voorhoeve

Uit Zondeval en Verlossing : Lees meer